Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide

Page of 192
4-18
Site-configuratie
Standaardinstellingen apparaatconfiguratie bewerken
Met Standaardinstellingen apparaatconfiguratie kunt u de instellingen aanpassen en prioriteren die 
SMARTsend tijdens het configureren van apparaten zal gebruiken. Wilt u deze pagina oproepen, dan opent u 
de pagina Xerox-apparaten beheren en klikt u in het linkerdeelvenster op de koppeling Standaardinstellingen 
apparaatconfiguratie bewerken…. 
Deze instellingen kunnen indien nodig voor elk individueel apparaat worden gewijzigd door de 
apparaateigenschappen te bewerken. De apparaateigenschappen kunnen via de pagina Xerox-apparaten 
beheren worden opgeroepen door op het pictogram voor Apparaateigenschappen te klikken.
Gegevensoverdrachtprocollen
Met de opties voor Gegevensoverdrachtprotocol kunt u de protocollen definiëren waarmee gegevens tussen 
de SMARTsend-computer en de multifunctionele Xerox-apparaten worden verzonden. De ondersteunde 
protocollen moeten in SMARTsend worden ingeschakeld, zodat deze tijdens het configureren van apparaten 
kunnen worden gebruikt.
T
IP
:
Controleer of de poorten voor elk vereiste ondersteunde protocol niet worden geblokkeerd via filters 
bij een switch, router of firewall. Zie TCP/IP-poortconfiguratie op pagina 2-29 voor aanvullende informatie.
Ingeschakeld
Het selectievakje Ingeschakeld geeft de protocollen weer die SMARTsend ondersteunt. Vink de vakjes af 
om protocollen in te schakelen die door uw multifunctionele Xerox-apparaten en uw applicatiecomputer 
worden ondersteund.
„
FTP—Selecteer deze optie voor snellere gegevensoverdracht en compatibiliteit met alle apparaten. 
Het FTP-opslagprotocol is de standaardinstelling. De service IIS FTP moet zijn ingeschakeld en actief 
zijn op de SMARTsend-computer als u FTP-opslag gebruikt. Zie IIS/FTP installeren en configureren op 
pagina 2-10
.
„
SMB—Selecteer deze optie voor een veiligere gegevensoverdracht. Als SMB is geselecteerd wanneer 
het niet op het apparaat wordt ondersteund (of geconfigureerd), wordt er een alternatief protocol 
gebruikt, zoals door de instelling Prioriteit (zie hieronder) is gedefinieerd.
„
HTTP—Selecteer deze optie voor een snellere gegevensoverdracht. Dit protocol wordt op oudere 
apparaten misschien niet ondersteund. 
„
HTTP—Selecteer deze optie voor een veiligere gegevensoverdracht. Dit protocol wordt op oudere 
apparaten misschien niet ondersteund. 
O
PMERKING
Het wijzigen van deze instellingen heeft geen invloed op apparaten die al zijn 
geconfigureerd. 
O
PMERKING
Als u SMARTsend toestaat om de apparaataccounts te beheren die voor opslag worden 
gebruikt, wordt er voor elk geselecteerde protocol een account op de SMARTsend-computer gemaakt.
O
PMERKING
Als een apparaat SMB, HTTP of HTTPS niet ondersteunt, moet u 
FTP-ondersteuning aan IIS op de SMARTsend-computer toevoegen. Als FTP-ondersteuning 
is toegevoegd aan IIS nadat SMARTsend is geïnstalleerd, start dan Software, selecteer 
SMARTsend, klik op Wijzigen en klik daarna op Repareren om de applicatie bij te werken. Zie 
IIS/FTP installeren en configureren op pagina 2-10
 in Hoofdstuk 2, Voorbereiding op installatie.