Xerox SmartSend Support & Software User Guide
Documentnaam en -type
3-25
Als het veld voor de basisbestandsnaam wordt leeg gelaten, bestaat de resulterende uitvoerbestand-
snaam uit een unieke ID of datum en tijds-ID, plus de bestandsnaamextensie. Als Geen echter voor
het Naamachtervoegsel is geselecteerd, moet u een standaardbestandsnaam invoeren om het document
te identificeren.
snaam uit een unieke ID of datum en tijds-ID, plus de bestandsnaamextensie. Als Geen echter voor
het Naamachtervoegsel is geselecteerd, moet u een standaardbestandsnaam invoeren om het document
te identificeren.
Automatisch een naam genereren (tekens): SMARTsend automatisch een naam van 8 tekens laten
genereren. In dit geval kunt u geen achtervoegsel opgeven.
genereren. In dit geval kunt u geen achtervoegsel opgeven.
Naam opgegeven bij scanbron (standaard): Een bestandsnaam op de scanbron laten invoeren. Als de
scanbron een multifunctioneel apparaat van Xerox is, wordt de naam ingevoerd op het apparaat; als de
scanbron een Internetfaxapparaat is, wordt de naam van de bijlage die door het apparaat wordt gegene-
reerd als naam gebruikt. Deze naam wordt gebruikt als de basisbestandsnaam van het uitvoerbestand.
Als een achtervoegsel voor de naam is opgegeven, is de resulterende uitvoerbestandsnaam de basisbe-
standsnaam, gevolgd door het achtervoegsel (datum en tijd of een unieke ID of helemaal niets) en de
bestandsnaamextensie. De resulterende uitvoerbestandsnaam ziet er dan als volgt uit:
Basisbestandsnaam + achtervoegsel + bestandsnaamextensie
Als er geen achtervoegsel wordt opgegeven, ziet de resulterende uitvoerbestandsnaam er als volgt uit:
Basisbestandsnaam + bestandsnaamextensie
Als er geen naam wordt opgegeven bij de scanbron, dan wordt een standaard naam gebruikt die door
het apparaat is gegenereerd.
scanbron een multifunctioneel apparaat van Xerox is, wordt de naam ingevoerd op het apparaat; als de
scanbron een Internetfaxapparaat is, wordt de naam van de bijlage die door het apparaat wordt gegene-
reerd als naam gebruikt. Deze naam wordt gebruikt als de basisbestandsnaam van het uitvoerbestand.
Als een achtervoegsel voor de naam is opgegeven, is de resulterende uitvoerbestandsnaam de basisbe-
standsnaam, gevolgd door het achtervoegsel (datum en tijd of een unieke ID of helemaal niets) en de
bestandsnaamextensie. De resulterende uitvoerbestandsnaam ziet er dan als volgt uit:
Basisbestandsnaam + achtervoegsel + bestandsnaamextensie
Als er geen achtervoegsel wordt opgegeven, ziet de resulterende uitvoerbestandsnaam er als volgt uit:
Basisbestandsnaam + bestandsnaamextensie
Als er geen naam wordt opgegeven bij de scanbron, dan wordt een standaard naam gebruikt die door
het apparaat is gegenereerd.
Naamachtervoegsel
Wanneer een basisbestandsnaam wordt opgegeven of de optie Naam opgegeven bij scanbron wordt
geselecteerd, kan een achtervoegsel aan de basisbestandsnaam worden toegevoegd. U bent verzekerd van
unieke bestandsnamen met het gebruik van achtervoegsels. Dat is vooral belangrijk voor bestemmingen
waarbij oude bestanden met dezelfde naam als de nieuwe bestanden kunnen worden overschreven.
geselecteerd, kan een achtervoegsel aan de basisbestandsnaam worden toegevoegd. U bent verzekerd van
unieke bestandsnamen met het gebruik van achtervoegsels. Dat is vooral belangrijk voor bestemmingen
waarbij oude bestanden met dezelfde naam als de nieuwe bestanden kunnen worden overschreven.
Selecteer een van de volgende achtervoegsels:
Geen.
Datum en tijd (standaard): De datum en tijd (jaar, maand, dag, uur, minuut, seconde) waarop het
bestand wordt verwerkt wordt aan de basisbestandsnaam toegevoegd. Als de basisbestandsnaam
bijvoorbeeld mijnbestand is en er is als bestandstype PDF opgegeven en een document wordt gescand
op 25 februari 2005, om 12.24.06, dan is de resulterende uitvoerbestandsnaam:
mijnBestand20050225122406.pdf
Kies deze instelling wanneer er vaak scanbestanden worden gemaakt/gewijzigd en elk bestand moet
worden bewaard.
bestand wordt verwerkt wordt aan de basisbestandsnaam toegevoegd. Als de basisbestandsnaam
bijvoorbeeld mijnbestand is en er is als bestandstype PDF opgegeven en een document wordt gescand
op 25 februari 2005, om 12.24.06, dan is de resulterende uitvoerbestandsnaam:
mijnBestand20050225122406.pdf
Kies deze instelling wanneer er vaak scanbestanden worden gemaakt/gewijzigd en elk bestand moet
worden bewaard.
Met Unieke ID wordt automatisch een unieke ID van 32 tekens gegenereerd en aan de
basisbestandsnaam toegevoegd. Kies deze instelling wanneer eenvoudige tracering van scanbestanden
aan de hand van willekeurige ID-nummers volstaat.
basisbestandsnaam toegevoegd. Kies deze instelling wanneer eenvoudige tracering van scanbestanden
aan de hand van willekeurige ID-nummers volstaat.
O
PMERKING
:
Wanneer u deze optie selecteert met het bestandstype Single-page TIFF of JFIF
(zie Documenttype op pagina 3-26), ontstaan bestandsnamen van meer dan 8 tekens omdat pagina-
gegevens (oplopend vanaf -1) worden toegevoegd aan de naam ter onderscheiding van de pagina's.
gegevens (oplopend vanaf -1) worden toegevoegd aan de naam ter onderscheiding van de pagina's.
O
PMERKING
:
Wanneer u een naam selecteert, dient u een naam te kiezen die acceptabel is voor de
bestemmingen waar u bestanden opslaat. Bijvoorbeeld, indien uw bestemming slechts 8 tekens toestaat,
gebruikt u alleen 8 tekens. Zo niet, dan mislukt het opslaan.
gebruikt u alleen 8 tekens. Zo niet, dan mislukt het opslaan.
O
PMERKING
:
Een achtervoegsel kan niet worden gebruikt wanneer Automatisch een naam
genereren (8 tekens) is geselecteerd voor de vorming van bestandsnamen.