Cisco Cisco WebEx Meeting Center WBS30 User Guide

toepassingen deelt, is de weergave waarover de deelnemers beschikken optimaal als u alle toepassingen
op dezelfde monitor weergeeft.

• Omdat voor het delen van de software extra bandbreedte nodig is tijdens een vergadering, wordt

aanbevolen om een speciale, snelle internetverbinding te gebruiken tijdens het delen van software. Als
de deelnemers via een inbelverbinding contact maken met internet, kan er een vertraging optreden bij
de weergave of besturing van gedeelde software. Als u een document, bijvoorbeeld een Microsoft Word-
of Excel-document wilt delen, kunt u de deelnemers een betere vergaderervaring bieden door geen
toepassingen maar documenten te delen.

Een presentator kan een externe computer delen. Alle deelnemers aan de vergadering kunnen die computer
dan zien. Afhankelijk van de instellingen van de externe computer kan de presentator het gehele bureaublad
tonen of alleen bepaalde toepassingen. Deze functie is handig om de deelnemers een toepassing of een bestand
te laten zien dat alleen beschikbaar is op een externe computer.

De deelnemers zien de externe computer, inclusief alle muisbewegingen van de presentator, in een speciaal
venster op hun scherm.

Als presentator kunt u tijdens een vergadering een externe computer delen als:

• De Access Anywhere-agent op de externe computer is geïnstalleerd.

• U zich bij de Meeting Center-website hebt aangemeld voordat u deelneemt aan de vergadering, als u

niet de oorspronkelijke host van de vergadering bent.

Raadpleeg de gebruikershandleiding van Access Anywhere voor meer informatie over het instellen van
een computer voor externe toegang.

Als u al een computer hebt ingesteld voor Access Anywhere, kunt u deze computer tijdens een vergadering
delen.

Selecteer Delen > Externe computer.
Het dialoogvenster van Access Anywhere wordt weergegeven.

Selecteer onder Externe computers de computer die u wilt delen.

Selecteer onder Toepassingen de toepassing die u wilt delen.
Als u de externe computer zodanig hebt ingesteld dat u toegang hebt tot het gehele bureaublad, verschijnt de
optie Inhoud onder Toepassingen.

Selecteer Verbinden.
Afhankelijk van de verificatiemethode die u hebt gekozen bij het instellen van de computer voor Access
Anywhere, voert u een van de volgende taken uit:

• Als u hebt gekozen voor toegangscodeverificatie: u voert de toegangscode in die u hebt ingegeven bij

het instellen van de externe computer en selecteert OK.