Cisco Cisco WebEx Meetings Server 1.0 Installation Guide

Page of 208
Procedure
Stap 1
Meld u aan bij de beheersite.
Stap 2
Selecteer Gebruikers.
Stap 3
Schakel het selectievakje in voor actieve gebruikers die u wilt deactiveren.
Stap 4
Selecteer Handelingen Deactiveren en bevestig door te klikken op OK.
De geselecteerde accounts zijn gedeactiveerd en de status voor elke account moet nu "Inactief" zijn.
Over door komma's en tabs gescheiden bestanden
Gebruik een spreadsheettoepassing zoals Microsoft Excel om uw gebruikersgegevens te organiseren. Sla uw
spreadsheet op of exporteer deze als een door komma's of tabs gescheiden bestand. Uw systeem ondersteunt
UCS Transformation Format—8 bit (UTF-8). De tekens die u in uw bestand opgeeft, zijn beperkt tot de tekens
die in UTF-8 zijn gespecificeerd. Als uw bestand non-ASCII-tekens bevat, controleert u of in het bestand een
unicode komma- of tab-scheidingsteken wordt gebruikt.
Neem de volgende velden op in uw door komma's of tabs gescheiden bestand:
• GEBRUIKERS-ID–De gebruikers-id.
Dit veld wordt automatisch gegenereerd door het systeem en moet worden leeggelaten
bij het importeren.
Opmerking
• ACTIEF–Of deze gebruiker wel of niet actief is. Voer of in. (vereist)
• VOORNAAM–De voornaam van de gebruiker. (vereist)
• ACHTERNAAM–De achternaam van de gebruiker. (vereist)
• E-MAIL–Het e-mailadres van de gebruiker. (vereist)
• TAAL–Taal van de gebruiker. Zie
131
voor meer informatie.
• HOSTPRIV–Hostrechten. Voer ADMN of HOST in.
• TIJDZONE–Tijdzone waarin de gebruiker zich bevindt. Zie
van bestanden, op pagina 131
voor meer informatie.
• DIVISIE–Divisie van gebruiker. Voor traceercodegroep 1. Dit veld kan worden ingesteld op de pagina
Traceercodes. Zie
Traceercodes configureren, op pagina 136
voor meer informatie.
• AFDELING–Afdeling van gebruiker. Voor traceercodegroep 2. Dit veld kan worden ingesteld op de
pagina Traceercodes. Zie
Traceercodes configureren, op pagina 136
voor meer informatie.
• PROJECT–Project van gebruiker. Voor traceercodegroep 3. Dit veld kan worden ingesteld op de pagina
Traceercodes. Zie
Traceercodes configureren, op pagina 136
voor meer informatie.
• OVERIG–Overige informatie. Voor traceercodegroep 4. Dit veld kan worden ingesteld op de pagina
Traceercodes. Zie
Traceercodes configureren, op pagina 136
voor meer informatie.
   Beheerhandleiding van Cisco WebEx Meetings Server
130
Over door komma's en tabs gescheiden bestanden