Fujifilm FUJIFILM X-A1 Owner's Manual
![Fujifilm](https://files.manualsbrain.com/attachments/92165c0a413be2bbfd4eb5f3c1cf768a66ca5e1e/common/fit/150/50/1c1990aa4fd68d6b9f8197ae2933df14f0e6eb9f522c7305b7540487c75a/brand_logo.png)
30
Algemene fi lms opnemen en afspelen
Algemene fi lms opnemen en afspelen
High-Defi nition (HD)-fi lms opnemen
High-Defi nition (HD)-fi lms opnemen
De camera kan worden gebruikt voor het opnemen van korte video’s in hoge resolutie. Tijdens de opname
worden
worden
y en de resterende tijd in het LCD-scherm weergegeven en wordt het geluid via de ingebouwde
microfoon opgenomen (let op dat de microfoon niet is afgedekt tijdens het opnemen).
1
Druk op
t om de opname te starten.
Resterende tijd
12m34s
12m34s
2
Druk nogmaals op de
t-knop om de opname
te beëindigen. De opname eindigt automatisch
zodra de fi lm de maximale lengte bereikt of het
geheugen vol is.
zodra de fi lm de maximale lengte bereikt of het
geheugen vol is.
R Zoom kan worden aangepast terwijl de opname in
uitvoering is.
R Het fi lmformaat kan worden geselecteerd met behulp
van de optie
W FILM SET-UP > FILMMODUS (P 75).
R Gebruik de optie W FILM SET-UP > SCHERPSTEL-
MODUS om te kiezen hoe de camera scherpstelt
tijdens fi lmopname.
tijdens fi lmopname.
R De kleuren en de helderheid van het beeld kunnen
enigszins afwijken van het beeld dat werd getoond
voordat de opname begon.
voordat de opname begon.
R De indicatorlamp brandt tijdens het opnemen van fi lms.
Q Mogelijk neemt de microfoon ook geluiden van de
lens of andere camerageluiden op tijdens het opne-
men.
men.
Q In fi lms met zeer heldere onderwerpen kunnen verti-
cale of horizontale strepen verschijnen. Dit is normaal
en duidt niet op een defect.
en duidt niet op een defect.
Scherptediepte
Scherptediepte
Handmatige diafragma-aanpassing is beschikbaar in
opnamestanden A en M; pas het diafragma aan voor-
dat de opname begint. Kies lage f-waarden om achter-
gronddetails zachter te maken. Dit eff ect kan worden
versterkt door de afstand tussen het onderwerp en de
achtergrond te vergroten.
opnamestanden A en M; pas het diafragma aan voor-
dat de opname begint. Kies lage f-waarden om achter-
gronddetails zachter te maken. Dit eff ect kan worden
versterkt door de afstand tussen het onderwerp en de
achtergrond te vergroten.