Fujifilm FUJIFILM X-E2[Ver.4.00] Owner's Manual

Page of 172
107
Men
u
’s
Het instellingenmenu
 
 
V
V SENSORREINIGING
 SENSORREINIGING
Verwijder stof van de camerabeeldsensor.
•  OK: Reinig onmiddellijk de sensor (
P xi).
•  WANNEER INGESCHAKELD: Indien deze optie is geselecteerd, zal de reiniging van de sensor worden uitgevoerd wanneer de camera 
wordt aangeschakeld.
•  WANNEER UITGESCHAKELD: Indien deze optie is geselecteerd, zal de reiniging van de sensor worden uitgevoerd wanneer de camera is 
uitgeschakeld (de reiniging van de sensor wordt echter niet uitgevoerd wanneer de camera wordt uitgeschakeld in weergavestand).
 
R Stof dat niet kan worden verwijderd met behulp van sensorreiniging, kan handmatig worden verwijderd (
P
 131).
OPSLAAN SET-UP
OPSLAAN SET-UP
Pas de instellingen voor bestandsbeheer aan.
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
NUMMERING
NUMMERING
Nieuwe foto’s worden opgeslagen in beeldbestanden waarvan de bestandsnamen beginnen 
met een viercijferig bestandsnummer dat wordt toegewezen door telkens met één aan het 
laatst gebruikte bestandsnummer toe te voegen. Tijdens het weergeven wordt het bestands-
nummer weergegeven, zoals rechts aangeduid. NUMMERING regelt of de bestandsnum-
mering wordt teruggezet op 0001 wanneer een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of de 
huidige geheugenkaart is geformatteerd.
Nummering 
100-0001
Map-
nummer
Bestands-
nummer
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
CONTINU
CONTINU
De nummering gaat verder vanaf het laatst gebruikte bestandsnummer of het eerst beschikbare be-
standsnummer, om het even welke dan ook het hoogst is. Selecteer deze optie om het aantal bestan-
den met dezelfde bestandsnamen te verminderen.
RESET
RESET
De nummering wordt teruggezet op 0001 als een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of het geheugen 
is geformatteerd.
 
R Wanneer de nummering de waarde 999-9999 bereikt, wordt de ontspanknop geblokkeerd (P 138).
 
R Het selecteren van R RESET (P 103) stelt NUMMERING in op CONTINU zonder de bestandsnummering 
opnieuw in te stellen.
 
R De nummering van foto’s die met andere camera’s zijn genomen, kan verschillen.
BEWAAR 
BEWAAR 
ORIGINEEL
ORIGINEEL
Selecteer AAN om onbewerkte kopieën op te slaan van foto’s die met 
B
VERWIJDER R. OGEN zijn gemaakt.
BEWERK 
BEWERK 
BSTNDSNAAM
BSTNDSNAAM
Wijzig de bestandsnaam prefi x. sRGB beelden met een vierletter prefi x (standaard “DSCF”), Adobe RGB beelden een 
drieletter prefi x (“DSF”) voorafgegaan door een underscore.