Fujifilm FUJIFILM X-M1 Owner's Manual

Page of 148
85
Men
u
’s
Het instellingenmenu
 I
 I SCHERPSTELRING
 SCHERPSTELRING
Kies de richting waarin de scherpstelring moet worden gedraaid om de scherpstelafstand te veranderen.
 Z
 Z STROOMBEHEER
 STROOMBEHEER
Pas de instellingen voor stroombeheer aan.
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
 UITSCHAKELEN
 UITSCHAKELEN
Kies de tijdsduur alvorens de camera automatisch uitschakelt wanneer er geen bewerkingen worden uitge-
voerd. Kortere tijden verhogen de gebruiksduur van de batterij; als UIT is geselecteerd, moet de camera hand-
matig worden uitgeschakeld. Let op dat in sommige gevallen de camera automatisch uitschakelt, zelfs wanneer 
UIT is geselecteerd.
 SNELST
 SNELST
Selecteer AAN om de benodigde tijd voor het herstarten van de camera te verminderen nadat deze werd 
uitgeschakeld (
P 17).
 B
 B NUMMERING
 NUMMERING
Nieuwe foto’s worden opgeslagen in bestanden waarvan de bestandsnamen beginnen met een viercijferig be-
standsnummer dat telkens met één wordt verhoogd. Tijdens het afspelen wordt het bestandsnummer weerge-
geven, zoals de afbeelding rechts laat zien. 
NUMMERING regelt of de bestandsnummering wordt teruggezet 
op 0001 wanneer een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of de huidige geheugenkaart is geformatteerd.
Framenummer 
100-0001
Map-
nummer
Bestands-
nummer
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
CONTINU
CONTINU
De nummering gaat verder vanaf het laatst gebruikte bestandsnummer of het eerst beschikbare bestandsnum-
mer, om het even welke het hoogst is. Kies deze optie om het aantal foto’s met dubbele bestandsnamen te 
verminderen.
RESET
RESET
De nummering wordt teruggezet op 0001 als een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of het geheugen is 
geformatteerd.
 
R Wanneer het framenummer de waarde 999-9999 bereikt, wordt de ontspanknop geblokkeerd (P 119).
 
R R RESET (P 83) stelt B NUMMERING in op CONTINU zonder de bestandsnummering opnieuw in te stellen.
 
R Framenummers van foto’s kunnen verschillen wanneer deze met andere camera’s zijn gemaakt.