Fujifilm FUJIFILM X100 Owner's Manual
38
Bracketing
Bracketing
Om een serie foto's met verschillende instellingen te maken.
1
Druk op de instelschijf omhoog (DRIVE) om de drive-opties weer te geven. Druk vervol-
gens op de instelschijf omhoog of omlaag om één van de volgende opties te markeren:
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
AE BKT
AE BKT
Druk op de instelschijf links of rechts om een bracketing-waarde te markeren. Tel-
kens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera drie foto’s op een
snelheid van 5 b/s: de eerste met de gemeten waarde voor de belichting, de tweede
overbelicht met de ingestelde hoeveelheid en de derde onderbelicht met dezelfde
hoeveelheid (de belichting zal de grenzen van het meetsysteem voor de belichting
niet overschrijden, ongeacht de ingestelde hoeveelheid).
kens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera drie foto’s op een
snelheid van 5 b/s: de eerste met de gemeten waarde voor de belichting, de tweede
overbelicht met de ingestelde hoeveelheid en de derde onderbelicht met dezelfde
hoeveelheid (de belichting zal de grenzen van het meetsysteem voor de belichting
niet overschrijden, ongeacht de ingestelde hoeveelheid).
ISO BKT
ISO BKT
Druk op de instelschijf links of rechts om een bracketing-waarde te markeren. De
camera maakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt een foto met de
huidige gevoeligheid (
camera maakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt een foto met de
huidige gevoeligheid (
P 51). Hiervan maakt de camera twee extra kopieën: de eerste
met een verhoogde gevoeligheid en de tweede met een gevoeligheid verlaagd met
de geselecteerde hoeveelheid (de gevoeligheid zal niet hoger dan ISO 6400 of lager
dan ISO 200 worden, ongeacht de geselecteerde hoeveelheid).
de geselecteerde hoeveelheid (de gevoeligheid zal niet hoger dan ISO 6400 of lager
dan ISO 200 worden, ongeacht de geselecteerde hoeveelheid).
FILM-
FILM-
SIMULATIE
SIMULATIE
BKT
BKT
Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt neemt de camera één foto waar
drie kopieën met verschillende instellingen voor fi lmsimulatie van worden gemaakt
(
drie kopieën met verschillende instellingen voor fi lmsimulatie van worden gemaakt
(
P
54):
c
PROVIA/STANDAARD voor de eerste,
d
Velvia/LEVENDIG voor de
tweede en
e
ASTIA/LAAG voor de derde.
DYNAMISCH
DYNAMISCH
BEREIK BKT
BEREIK BKT
Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera drie opnames
met verschillende dynamische bereiken (
met verschillende dynamische bereiken (
P
70): 100% voor de eerste, 200% voor de
tweede en 400% voor de derde. De opnamen worden gemaakt op snelheden tot
5 b/s. Hoewel de bracketing van het dynamisch bereik geactiveerd is, zal de gevoelig-
heid beperkt zijn tot minimaal ISO 800; de gevoeligheid die voorheen van kracht was
wordt hersteld zodra de bracketing eindigt.
5 b/s. Hoewel de bracketing van het dynamisch bereik geactiveerd is, zal de gevoelig-
heid beperkt zijn tot minimaal ISO 800; de gevoeligheid die voorheen van kracht was
wordt hersteld zodra de bracketing eindigt.
AE BKT
±1
±
2
/
3
±
1
/
3
Druk op MENU/OK om de gemarkeerde optie te selecteren.
2
Foto’s maken.