Brother HL-2700CN User Guide

Page of 135
10 - 11 TCP/IP CONFIGUREREN
Als u geen subnetten gebruikt, moet u een van de onderstaande 
subnetmaskers gebruiken:
255.255.255.0 
voor klasse C netwerken
255.255.0.0 
voor klasse B netwerken
255.0.0.0 
voor klasse A netwerken
Het netwerktype kan worden aangeduid met de linkergroep cijfers in 
uw IP-adres. De waarde van deze groep kan variëren van 192 t/m 
255 voor klasse C netwerken (bijv. 192.189.207.3), 128 t/m 191 voor 
klasse B netwerken (bijv. 128.10.1.30), en 1 t/m 127 voor klasse A 
netwerken (bijv. 13.27.7.1).
Als u een gateway (router) gebruikt, voert u het adres daarvan in met 
de opdracht 
SET IP ROUTER routeradres
, waar 
routeradres
 
het IP-adres van de gateway is die u aan de afdrukserver wilt 
toewijzen. Bijvoorbeeld:
Local> SET IP ROUTER 192.189.207.1
Typ 
SET IP METHOD STATIC
 om de methode voor IP-toegang op 
statisch in te stellen.
Typ 
SHOW IP
 om te controleren of u de juiste IP-informatie hebt 
ingevoerd.
Typ 
EXIT
 of druk op CTR-D (m.a.w. houd de Ctrl-toets ingedrukt en 
typ "D") om deze remote console sessie af te sluiten.
De instellingen van het IP-adres wijzigen met de 
TELNET-console
U kunt ook de opdracht TELNET gebruiken om het IP-adres te 
wijzigen.
TELNET biedt een handige methode voor het veranderen van het IP-
adres. Er moet echter reeds een geldig IP-adres in de afdrukserver 
zijn geprogrammeerd.
Als u TELNET gebruikt, moet u het wachtwoord van de afdrukserver 
invoeren. Druk op RETURN en voer als antwoord op de prompt "#" 
het standaardwachtwoord 
access
 in (wordt niet geëchood).