Brother MFC-J4710DW User Guide

Typen netwerkverbindingen en protocollen

U kunt de protocolinstellingen configureren met de HTTP-interface (webbrowser).

 

Bij gebruik van de protocollen DHCP/BOOTP/RARP kan het IP-adres automatisch worden geconfigureerd.

Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de DHCP/BOOTP/RARP-protocollen wilt gebruiken.

 

Als u het IP-adres niet handmatig (met het bedieningspaneel van de machine (voor LCD-modellen) of de
software BRAdmin) of automatisch (met een DHCP/BOOTP/RARP-server) toewijst, zal het APIPA-protocol
(Automatic Private IP Addressing) automatisch een IP-adres toewijzen uit het bereik 169.254.1.0 tot
169.254.254.255.

Het ARP (Address Resolution Protocol) wijst een IP-adres aan een MAC-adres in een TCP-/IP-netwerk toe.

De afdrukserver van Brother ondersteunt de DNS-clientfunctie (Domeinnaamsysteem). Met deze functie kan
de afdrukserver met gebruikmaking van zijn eigen DNS-naam met andere apparaten communiceren.

Met Network Basic Input/Output System-naamresolutie kunt u tijdens de netwerkaansluiting het IP-adres van
het andere apparaat verkrijgen via de NetBIOS-naam.

Windows

®

 Internet Name Service is een informatie verstrekkende service voor de NetBIOS-naamresolutie

door het consolideren van een IP-adres en een NetBIOS-naam op het lokale netwerk.

Algemeen gebruikte afdrukprotocollen op TCP/IP-netwerken.

De SMTP-client (Simple Mail Transfer Protocol) wordt gebruikt om e-mails via het internet of intranet te
versturen.

Nog een algemeen gebruikt afdrukprotocol op TCP/IP-netwerken. Hiermee wordt het interactief verzenden
van gegevens ingeschakeld.