Brother HL-2460 User Guide

Page of 245
APPENDIX
Appendix–35
D
D
e
e
 
 
c
c
o
o
m
m
m
m
a
a
n
n
d
d
o
o
s
s
 
 
i
i
n
n
 
 
e
e
e
e
n
n
 
 
o
o
o
o
g
g
o
o
p
p
s
s
l
l
a
a
g
g
C
C
C
C
I
I
T
T
T
T
 
 
G
G
3
3
/
/
G
G
4
4
 
 
e
e
n
n
 
 
T
T
I
I
F
F
F
F
 
 
(
(
o
o
r
r
i
i
g
g
i
i
n
n
e
e
e
e
l
l
 
 
c
c
o
o
m
m
m
m
a
a
n
n
d
d
o
o
)
)
Een van de unieke kenmerken van de PCL-modus van deze printer is dat
deze modus de CCITT G3/G4-gegevenscompressie en de TIFF-
bestandsindeling ondersteund.
B
B
e
e
h
h
e
e
e
e
r
r
 
 
v
v
a
a
n
n
 
 
s
s
t
t
r
r
e
e
e
e
p
p
j
j
e
e
s
s
c
c
o
o
d
d
e
e
s
s
Deze printer kan streepjescode afdrukken in de HP LaserJet-, EPSON FX-
850- en IBM Proprinter XL-emulatie.
™  Barcodes of uitgerekte tekens afdrukken
Code
ESC i
Dec
27 105
Hex
1B 69
Formaat:
ESC i n … n \
Maakt streepjescodes of uitgerekte tekens, afhankelijk van het segment van
parameters “n … n”. Raadpleeg het onderdeel “Definitie van parameters”
voor nadere informatie over deze parameters.  De opdracht moet eindigen
met
“ \ ” code (5CH).
[Definitie van parameters]
Deze opdracht voor streepjescodes kan de volgende parameters in het
parametersegment (n … n) hebben. Omdat de parameters alleen van kracht
zijn binnen deze ene opdrachtsyntax ESC i n … n \, hebben ze geen invloed
op volgende opdrachten voor streepjescodes.  Als bepaalde parameters niet
worden gespecificeerd, wordt hiervoor de standaardwaarde gebruikt. De
laatste parameter moet het gegevensbegin van de streepjescode zijn (“b” of
“B”) of het gegevensbegin van de uitgerekte tekens (“l” of “L”). Andere
parameters kunnen in willekeurige volgorde worden gespecificeerd. De
prefix van elke parameter kan een kleine letter of een hoofdletter zijn:
bijvoorbeeld, “t0” of “T0”, “s3” of “S3”, enz.