Brother HL-2460 User Guide

Page of 168
HOOFDSTUK 12 BRADMIN CONFIGUREREN
12-7
ARP gebruiken voor het configureren van het
IP-adres van de afdrukserver
Als u de BRAdmin-toepassing of het voorpaneel van de printer niet kunt gebruiken, en het
netwerk geen gebruik maakt van een DHCP-server, kunt u ook de opdracht ARP gebruiken.
Arp is de eenvoudigste methode voor het configureren van het IP-adres van de afdrukserver.
De ARP-opdracht is beschikbaar op Windows-systemen waarop TCP/IP is geïnstalleerd
evenals op Unix-systemen. Als u arp wilt gebruiken, voert u onderstaande opdracht in:
arp -s ipadres ethernetadres
waar ethernetadres het Ethernetadres (MAC-adres) van de afdrukserver is, en ipadres het IP-
adres van de afdrukserver. Bijvoorbeeld:
Windows-systemen
Voor Windows-systemen dient u het dubbele punt ":" toe te voegen tussen ieder teken van het
Ethernetadres.
arp -s 192.189.207.2 00:80:77:31:01:07 temp
Unix-systemen
Op Unix-systemen dient u het koppelteken "-" te plaatsen tussen ieder teken van het
Ethernetadres.
arp -s 192.189.207.2 00-80-77-31-01-07
Om de opdracht arp -s te kunnen gebruiken, dient u zich op hetzelfde Ethernet-segment te
bevinden (met andere woorden, er mag zich geen router bevinden tussen de afdrukserver en
het besturingssysteem).
Als er wel een router wordt gebruikt, dan gebruikt u BOOTP of andere methoden die in dit
hoofdstuk worden besproken om het IP-adres in te voeren.
Als uw netwerkbeheerder het systeem zo heeft geconfigureerd, dat het IP-adres wordt
verkregen met BOOTP, DHCP of RARP, dan kan uw Brother-afdrukserver van elk van deze
IP-adrestoewijzingssystemen een IP-adres ontvangen, wat betekent dat u de opdracht ARP
niet hoeft te gebruiken. De opdracht ARP werkt slechts één keer. Nadat u de opdracht ARP
hebt gebruikt voor het configureren van het IP-adres van de Brother-afdrukserver, kunt u de
ARP-opdracht om veiligheidsredenen niet meer gebruiken om dat adres te wijzigen. De
afdrukserver zal alle pogingen tot wijziging van het IP-adres negeren. Als u het IP-adres toch
wilt wijzigen, dient u uw Web-browser, TELNET (met de opdracht SET IP ADDRESS), het
voorpaneel van uw printer (als uw printer een LCD-scherm hebt) te gebruiken, of moet u de
afdrukserver terugstellen op de standaardinstellingen (waarna u de opdracht ARP weer kunt
gebruiken).
Om de afdrukserver te configureren en de verbinding te controleren, dient u de volgende ping-
ipadresopdracht in te voeren waar ipadres het IP-adres is van de afdrukserver.  Bijvoorbeeld:
ping 192.189.207.2.