Brother HL-1870N User Guide
HOOFDSTUK 12 TCP/IP CONFIGUREREN
12-4
BRAdmin en het TCP/IP-protocol
gebruiken om het IP-adres te wijzigen
gebruiken om het IP-adres te wijzigen
Als uw PC alleen het TCP/IP-protocol gebruikt, gaat u als volgt te werk:
1. Selecteer het TCP/IP-filter in het linker frame van het hoofdvenster.
2. Selecteer het menu Apparaten en kies de optie Actieve apparaten
2. Selecteer het menu Apparaten en kies de optie Actieve apparaten
zoeken.
Als de afdrukserver is ingesteld op de standaardwaarden, verschijnt hij niet in het
BRAdmin-scherm, maar als u de optie Actieve apparaten zoeken selecteert, vindt
het systeem hem als een niet-geconfigureerd apparaat.
3. Selecteer het menu Apparaten en kies Niet geconfigureerde
afdrukservers instellen.
4. Selecteer het MAC-adres van uw afdrukserver en klik op Configureren.
U kunt de knooppuntnaam en het MAC-adres vinden door de configuratiepagina
van de printer af te drukken. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor informatie
over het op uw afdrukserver afdrukken van de configuratiepagina.
van de printer af te drukken. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor informatie
over het op uw afdrukserver afdrukken van de configuratiepagina.
5. Voer het IP-adres, het subnetmasker en de gateway (indien gewenst) van
uw afdrukserver in.
6. Klik op OK en selecteer Sluiten.
7. Als het IP-adres op juiste wijze is geprogrammeerd, zal de Brother-
7. Als het IP-adres op juiste wijze is geprogrammeerd, zal de Brother-
afdrukserver in de lijst van apparaten staan.
DHCP gebruiken voor het configureren
van het IP-adres
van het IP-adres
Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een van de geautomatiseerde
mechanismen die gebruikt worden voor het toewijzen van een IP-adres. Als u een
DHCP-server in uw netwerk hebt (doorgaans een UNIX, Windows NT/2000- of
Novell Netware-netwerk), zal de afdrukserver het IP-adres automatisch via de
DHCP-server ontvangen en de naam registreren bij een met RFC 1001 en 1002
compatibele dynamische naamservice.
Als u niet wilt dat uw afdrukserver via DHCP, BOOTP of RARP wordt
geconfigureerd, moet u de BOOT METHOD instellen op "static", zo voorkomt u
dat de afdrukserver probeert om een IP-adres van een van deze systemen te
krijgen. Voor het wijzigen van de BOOT METHOD, gebruikt u het
bedieningspaneel van uw printer (voor printers met een LCD-scherm), TELNET
(met de opdracht SET IP METHOD), uw Web-browser of de toepassing
BRAdmin.
mechanismen die gebruikt worden voor het toewijzen van een IP-adres. Als u een
DHCP-server in uw netwerk hebt (doorgaans een UNIX, Windows NT/2000- of
Novell Netware-netwerk), zal de afdrukserver het IP-adres automatisch via de
DHCP-server ontvangen en de naam registreren bij een met RFC 1001 en 1002
compatibele dynamische naamservice.
Als u niet wilt dat uw afdrukserver via DHCP, BOOTP of RARP wordt
geconfigureerd, moet u de BOOT METHOD instellen op "static", zo voorkomt u
dat de afdrukserver probeert om een IP-adres van een van deze systemen te
krijgen. Voor het wijzigen van de BOOT METHOD, gebruikt u het
bedieningspaneel van uw printer (voor printers met een LCD-scherm), TELNET
(met de opdracht SET IP METHOD), uw Web-browser of de toepassing
BRAdmin.