Brother HL-1870N User Guide

Page of 149
HOOFDSTUK 1 AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN 
1-11
 
DEC TCP/IP servers voor VMS(UCX) 
 
Voer de opdracht 
sys$system:ucx:$lprsetup
 uit, specificeer een 
printernaam en voer vervolgens als naam voor het externe systeem het IP-adres 
van de afdrukserver in. Specificeer een van de afdrukserver-services (de 
beschikbare opties worden in het begin van dit hoofdstuk besproken) als de naam 
van de printer voor het externe systeem (accepteer voor andere vragen de 
standaardwaarden). 
 
TGV's Multinet 
 
Voor TGV's Multinet moet de opdracht 
MULTINET CONFIGURE 
/PRINTERS
 worden uitgevoerd. Gebruik vervolgens de opdracht ADD om een 
printer toe te voegen, waarbij u het IP-adres van de afdrukserver specificeert, 
plus een LPD-protocoltype en de externe printerwachtrij (de serviceopties voor 
de externe wachtrij worden aan het begin van dit hoofdstuk besproken).   
 
Wollongong's PATHWAY 
 
Controleer eerst of de optie Access met lpd is geactiveerd. Voer vervolgens de 
naam van de afdrukserver en het IP-adres in het bestand 
TWG$TCP:[NETDIST.ETC]HOSTS
 in, voer het LPGEN-programma uit en 
voer de volgende opdracht uit: 
add 
wachtrij/rmachine=prnservernaam/rprinter=prnserverserv
ice
 uit, waar wachtrij de naam van de wachtrij is, prnservernaam de 
afdrukservernaam uit het Hosts-bestand, en service de servicenaam van de 
afdrukserver is. 
 
IBM AS/400 
 
Om een Brother-afdrukserver te gebruiken met een IBM AS/400 die draait op de 
TCP/IP-gatewayservices van IBM voor OS/400 (het OS/400-systeem moet v3.1 
of een latere versie zijn) 
 
Gebruik de opdracht CFGTCP na de OS/400-prompt om het TCP/IP-adres van 
de afdrukserver toe te voegen aan de AS/400-hosttabel. 
Gebruik de volgende OS/400-opdracht (één lijn) om de LPD-wachtrij aan te 
maken: 
 
CRTOUTQ OUTQ(<queuename> RMSTSYS 
(*INTNETADR) RMTPRTQ(<service>) 
AUTOSTRWTR(1) CNNTYPE(*IP) DESTTYPE (*OTHER) 
MFRTYPMDL (<driver>) 
INTNETADR(‘<ipaddress>’) TEXT 
(‘<description>’)