Brother HL-1870N User Guide
HOOFDSTUK 1 AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN
1-11
DEC TCP/IP servers voor VMS(UCX)
Voer de opdracht
sys$system:ucx:$lprsetup
uit, specificeer een
printernaam en voer vervolgens als naam voor het externe systeem het IP-adres
van de afdrukserver in. Specificeer een van de afdrukserver-services (de
beschikbare opties worden in het begin van dit hoofdstuk besproken) als de naam
van de printer voor het externe systeem (accepteer voor andere vragen de
standaardwaarden).
van de afdrukserver in. Specificeer een van de afdrukserver-services (de
beschikbare opties worden in het begin van dit hoofdstuk besproken) als de naam
van de printer voor het externe systeem (accepteer voor andere vragen de
standaardwaarden).
TGV's Multinet
Voor TGV's Multinet moet de opdracht
MULTINET CONFIGURE
/PRINTERS
worden uitgevoerd. Gebruik vervolgens de opdracht ADD om een
printer toe te voegen, waarbij u het IP-adres van de afdrukserver specificeert,
plus een LPD-protocoltype en de externe printerwachtrij (de serviceopties voor
de externe wachtrij worden aan het begin van dit hoofdstuk besproken).
plus een LPD-protocoltype en de externe printerwachtrij (de serviceopties voor
de externe wachtrij worden aan het begin van dit hoofdstuk besproken).
Wollongong's PATHWAY
Controleer eerst of de optie Access met lpd is geactiveerd. Voer vervolgens de
naam van de afdrukserver en het IP-adres in het bestand
naam van de afdrukserver en het IP-adres in het bestand
TWG$TCP:[NETDIST.ETC]HOSTS
in, voer het LPGEN-programma uit en
voer de volgende opdracht uit:
add
wachtrij/rmachine=prnservernaam/rprinter=prnserverserv
ice
ice
uit, waar wachtrij de naam van de wachtrij is, prnservernaam de
afdrukservernaam uit het Hosts-bestand, en service de servicenaam van de
afdrukserver is.
afdrukserver is.
IBM AS/400
Om een Brother-afdrukserver te gebruiken met een IBM AS/400 die draait op de
TCP/IP-gatewayservices van IBM voor OS/400 (het OS/400-systeem moet v3.1
of een latere versie zijn)
Gebruik de opdracht CFGTCP na de OS/400-prompt om het TCP/IP-adres van
de afdrukserver toe te voegen aan de AS/400-hosttabel.
Gebruik de volgende OS/400-opdracht (één lijn) om de LPD-wachtrij aan te
maken:
TCP/IP-gatewayservices van IBM voor OS/400 (het OS/400-systeem moet v3.1
of een latere versie zijn)
Gebruik de opdracht CFGTCP na de OS/400-prompt om het TCP/IP-adres van
de afdrukserver toe te voegen aan de AS/400-hosttabel.
Gebruik de volgende OS/400-opdracht (één lijn) om de LPD-wachtrij aan te
maken:
CRTOUTQ OUTQ(<queuename> RMSTSYS
(*INTNETADR) RMTPRTQ(<service>)
AUTOSTRWTR(1) CNNTYPE(*IP) DESTTYPE (*OTHER)
MFRTYPMDL (<driver>)
INTNETADR(‘<ipaddress>’) TEXT
(‘<description>’)
(*INTNETADR) RMTPRTQ(<service>)
AUTOSTRWTR(1) CNNTYPE(*IP) DESTTYPE (*OTHER)
MFRTYPMDL (<driver>)
INTNETADR(‘<ipaddress>’) TEXT
(‘<description>’)