Brother HL-1870N User Guide

Page of 149
HOOFDSTUK 2 AFDRUKKEN VIA TCP/IP 
2-3
 
Afdrukken vanaf Windows 2000/XP   
(Printerdriver is nog niet geïnstalleerd) 
 
Windows 2000/XP-systemen installeren standaard alle nodige software die u 
nodig hebt om te kunnen afdrukken. Dit hoofdstuk beschrijft de twee meest 
gebruikte configuraties, namelijk afdrukken via de standaard TCP/IP-poort en via 
IPP (Internet Printing Protocol). Als u al een printerdriver hebt geïnstalleerd, 
kunt u onmiddellijk doorgaan naar de sectie met geïnstalleerde printerdriver. 
 
Afdrukken via de standaard TCP/IP-poort 
 
1.  Selecteer in de map Printers de optie "Printer toevoegen". De wizard 
Printer toevoegen wordt gestart. Klik op "Volgende". 
2.  Selecteer nu de optie Locale printer en schakel de optie "Plug & play 
printer automatisch waarnemen" uit. 
3.  Klik op "Volgende". 
4.  Vervolgens dient u de juiste poort te selecteren waarmee afdrukken over 
het netwerk mogelijk is. Selecteer de optie "Standaard TCP/IP-poort" als 
de poort die standaard op Windows 2000/XP-systemen is geïnstalleerd. 
5.  Klik daarna op "Volgende". 
6.  De wizard "Standaard TCP/IP-poort toevoegen" verschijnt. Klik op 
"Volgende". 
7.  Voer het IP-adres of de naam in van de printer die u wilt configureren. 
De wizard vult de poortnaam automatisch voor u in. 
8.  Klik op "Volgende". 
9.  Windows 2000/XP zal nu contact maken met de printer die u hebt 
gespecificeerd. Als u een verkeerd IP-adres of een verkeerde naam hebt 
opgegeven, verschijnt er een foutmelding. 
10.  Klik op "Voltooien" om de wizard af te sluiten. 
11.  Nu u de poort gespecificeerd hebt, dient u aan te geven welke 
printerdriver u wilt gebruiken. Selecteer de gewenste driver in de lijst 
van printers die ondersteund worden. Als u een driver gebruikt die met 
de printer op CD-ROM werd meegeleverd, selecteert u de optie 
"Diskette" om te bladeren naar de CD-ROM. Of klik op de knop 
“Windows Update” om direct toegang te krijgen tot de support-website 
van Microsoft waar u de nodige printerdrivers kunt downloaden. 
12.  Zodra de driver is geïnstalleerd, klikt u op de knop Volgende. 
13.  Geef een naam op en klik op “Volgende”. 
14.  Als u de printer wilt delen, voert u de gemeenschappelijke naam in en 
klikt u op “Volgende”. 
15.  Klik op "Voltooien" om de wizard af te sluiten.