Brother HL-1870N User Guide

Page of 149
HOOFDSTUK 2 AFDRUKKEN VIA TCP/IP 
2-9
 
LAN-server, OS/2 Warp-server 
configureren 
 
Brother-afdrukservers werken met IBM LAN-server, OS2 Warp-servernetwerken 
mits daar IBM TCP/IP V2.0 of recenter op de bestandsserver is geïnstalleerd 
(TCP/IP wordt standaard geleverd met LAN-server V4.0 en recenter en met 
Warp-server). Volg onderstaande procedure om de afdrukserver te configureren 
op een bestandsserver van OS/2 LAN-server of OS/2 Warp-server, of op een 
OS/2 Warp Connect-werkstation: 
 
De server configureren 
 
De TCP/IP-software moet op uw OS/2-bestandsserver zijn geïnstalleerd. Als de 
map TCP/IP op uw bureaublad nog niet open is, dan moet u deze map nu openen. 
Dubbelklik op het pictogram TCP/IP Configuration om het IP-adres toe te 
voegen aan de OS/2-bestandsserver (vraag uw systeembeheerder om dit adres). 
 
Raadplee
 voor meer informatie over het toekennen van een IP-
adres aan een printer. 
 
Een OS/2-server configureren 
 
1.  In het bureaublad van OS/2 opent u de map Templates. Gebruik de 
rechter muisknop om het pictogram Printer (niet Netwerkprinter) naar 
het bureaublad te slepen. 
2.  Het venster Create a Printer wordt geopend (als het niet wordt geopend, 
dubbelklikt u op het pictogram van de printer). 
3.  Voer een naam in voor de printer. 
4.  Selecteer de printer driver die standaard moet worden gebruikt. Als de 
gewenste driver niet in de lijst staat, klikt u op Install new Printer Driver 
en voegt u de driver toe. 
5.  Kies de uitvoerpoort. IBM TCP/IP maakt automatisch 8 sluizen met de 
naam 
\PIPE\LPD0
 t/m 
\PIPE\LPD7
. Kies een ongebruikte poort en 
dubbelklik erop. 
 
In oudere versies van Warp Server zit een programmafout, waardoor deze 
Named Pipes niet verschijnen (bij een Warp Connect of LAN-server doet dit 
probleem zich niet voor). Het probleem wordt opgelost met een door IBM 
geleverde patch.