Brother HL-1870N User Guide

Page of 149
HOOFDSTUK 6 AFDRUKKEN VIA NOVELL NETWARE 
6-14
 
De Brother-afdrukserver configureren 
met PCONSOLE en BRCONFIG (modus 
Wachtrijserver in NDS-modus) 
 
 
1.  U moet op de NetWare 4.1x-bestandsserver in NDS-modus zijn 
aangemeld als ADMIN. 
2.  Voer het hulpprogramma PCONSOLE uit vanaf uw PC-werkstation. 
3.  Selecteer in het menu Available Options de optie Print Servers. 
4.  Druk op INS en voer de naam van de afdrukserver in. 
 
Voer de naam in van het NetWare-afdrukservicepunt van de afdrukserver; deze 
naam moet exact hetzelfde zijn als de naam die op de configuratiepagina van de 
printer staat (de standaardnaam is BRN_xxxxxx_P1, waar “xxxxxx” de laatste 
zes tekens zijn van het Ethernet-adres (MAC-adres), tenzij u de naam gewijzigd 
hebt). U kunt de naam van het Netware-afdrukservicepunt en het MAC-adres 
vinden door de configuratiepagina van de printer af te drukken. Raadpleeg de 
gebruikershandleiding voor informatie over het op uw afdrukserver afdrukken 
van de configuratiepagina. 
  
 Belangrijk: 
 Wijs aan de afdrukserver geen wachtwoord toe, daar hij anders niet kan 
aanmelden. 
 
5.  Druk op ESC om terug te gaan naar het menu Available Options. 
6.  Selecteer de optie Print Queues. 
7.  Druk op INS en typ een naam voor de afdrukwachtrij. (Er wordt ook om 
een volumenaam gevraagd. Druk op INS en selecteer het juiste volume.) 
Druk op ESC om terug te gaan naar het hoofdmenu.  
8.  Controleer dat de naam van de nieuwe afdrukwachtrij is gemarkeerd en 
druk op ENTER. 
9.  Selecteer de optie Print Servers en druk op ENTER om te specificeren 
welke netwerkafdrukservers afdruktaken via deze wachtrij mogen 
afdrukken. Aangezien het een nieuwe wachtrij betreft, zal de lijst leeg 
zijn. 
10.  Druk op INS om een lijst op te vragen van kandidaten voor de 
wachtrijserver en selecteer de in stap 4 opgegeven naam van de 
Netware-afdrukserver. Deze naam wordt nu aan de lijst toegevoegd. 
Druk vervolgens op ENTER. 
11.  Selecteer in het menu Available Options de optie Printers. 
12.  Druk op INS en voer een beschrijvende naam in voor de printer. 
13.  Druk op ESC om terug te gaan naar het menu Available Options. 
14.  Selecteer de optie Print Servers en selecteer de in stap 4 opgegeven 
naam van de afdrukserver.