Brother HL-1870N User Guide

Page of 149
HOOFDSTUK 8 AFDRUKKEN VIA DLC 
8-4
 
Printer instellen onder Windows NT 4.0 
 
Meld u met administratieve privileges aan bij Windows NT. Selecteer in het 
menu Start de optie Instellingen en vervolgens Printers. 
 
1.  Selecteer Printer toevoegen. (Als u reeds een Brother-printerdriver hebt 
geïnstalleerd, dubbelklikt u op de printerdriver die u wilt configureren en 
selecteert u Printers/Eigenschappen. Selecteer vervolgens het tabblad 
Poorten, ga verder met stap 4 en negeer stap 9-13 over het installeren 
van de driver). 
2.  Selecteer Deze computer en klik op Volgende. 
3.  Selecteer Poort toevoegen. 
4.  Selecteer Hewlett-Packard-netwerkpoort en klik op Nieuwe poort. 
5.  In het grote vak onder Kaartadres wordt een lijst van beschikbare MAC-
adressen (Ethernetadressen) voor de afdrukserver geopend. Selecteer het 
adres van de gewenste afdrukserver (u vindt het Ethernetadres op de 
configuratiepagina van de printer) 
 
U kunt de knooppuntnaam en het MAC-adres vinden door de configuratiepagina 
van de printer af te drukken. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor informatie 
over het op uw afdrukserver afdrukken van de configuratiepagina. 
 
6.  In het kleine vak onder Kaartadres verschijnt het geselecteerde 
afdrukserveradres. 
7.  Typ een naam voor de poort (let erop dat u niet de naam van een reeds 
bestaande poort of van een DOS-apparaat kiest, zoals LPT1), klik op OK 
en klik in het scherm Printerpoorten op Sluiten. 
8.  De naam die u in vorige stap hebt geselecteerd, zal nu als een 
geselecteerde poort in de lijst van beschikbare poorten staan. Klik op 
Volgende. 
9.  Selecteer de juiste driver en klik op Volgende. 
10.  Geef de printer een naam. Indien gewenst, selecteert u deze printer als 
standaardprinter. 
11.  Selecteer Gedeeld of Niet gedeeld. Als u Gedeeld selecteert, moet u ook 
de gedeelde naam en het besturingssysteem selecteren waarnaar zal 
worden afgedrukt. 
12.  Geef aan of u een testpagina wilt afdrukken en klik vervolgens op 
Voltooien.