Brother CM350R Operating Guide
72
Detectieniveau voor afbeeldingen afstellen
U kunt de uitvoerniveaus van de gescande
beeldgegevens aanpassen.
beeldgegevens aanpassen.
Beschikbaar in het volgende scherm
■ “Objectformaat negeren” opgeven
Kleine onnodige deeltjes (stippellijnen enz.) kunnen
worden uitgesloten om te worden herkend als
snijgegevens. In het volgende voorbeeld gaan we drie
afbeeldingen scannen van verschillend formaat (4 mm,
40 mm, 100 mm). In dit voorbeeld wordt de procedure
beschreven met de grijstoonherkenning van de modus
“Scannen om te Snijden”.
worden uitgesloten om te worden herkend als
snijgegevens. In het volgende voorbeeld gaan we drie
afbeeldingen scannen van verschillend formaat (4 mm,
40 mm, 100 mm). In dit voorbeeld wordt de procedure
beschreven met de grijstoonherkenning van de modus
“Scannen om te Snijden”.
a
Selecteer een van de detectiemethoden en druk
vervolgens op
om het
functiekeuzescherm weer te geven.
b
Tik op “Objectformaat negeren” om het
instellingenscherm weer te geven.
instellingenscherm weer te geven.
c
Geef de minimale afmeting op voor de
ingescande delen (en lijnen) die u wenst om te
zetten in snijgegevens.
ingescande delen (en lijnen) die u wenst om te
zetten in snijgegevens.
a Vergroten
b Toetsen voor aanpassing grootte
c Verhouding vergrendelen/ontgrendelen
b Toetsen voor aanpassing grootte
c Verhouding vergrendelen/ontgrendelen
1
Snijlijn wordt gemaakt
2
Snijlijn wordt niet gemaakt
X
Tik op de toets “OK” om de instellingen toe te
passen. Tik op
om terug te gaan naar het
vorige scherm zonder de instellingen toe te passen.
■ Detectieniveau voor afbeeldingen instellen
(alleen grijstoonherkenningsmodus)
Converteer een afbeelding met een verloop of schaduw
naar een afbeelding met twee tinten (zwart-wit) en maak
vervolgens snijlijnen voor die afbeelding. U kunt het
detectieniveau voor afbeeldingen (drempel) opgeven.
In het volgende voorbeeld gaan we drie afbeeldingen
scannen met verschillende tinten (licht, gemiddeld, donker).
naar een afbeelding met twee tinten (zwart-wit) en maak
vervolgens snijlijnen voor die afbeelding. U kunt het
detectieniveau voor afbeeldingen (drempel) opgeven.
In het volgende voorbeeld gaan we drie afbeeldingen
scannen met verschillende tinten (licht, gemiddeld, donker).
a
Tik op
in het functiekeuzescherm om
het instellingenscherm weer te geven.
b
Geef de drempel op voor het converteren van
een afbeelding naar een afbeelding met twee
een afbeelding naar een afbeelding met twee
tinten met
en
.
1
Snijlijn wordt gemaakt
2
Snijlijn wordt niet gemaakt
X
Tik op de toets “OK” om de instellingen toe te
passen. Tik op
om terug te gaan naar het
vorige scherm zonder de instellingen toe te passen.
Afbeeldingsbewerkingsscherm
→Les 4; stap
(pagina 68) of stap
b
a
c