Brother CM350H Operating Guide

Page of 95
44
d Verplaatsen
Verplaats de geselecteerde patronen stapsgewijs. Tik 
op de pijltoetsen om de positie van de patronen aan 
te passen.
Memo
U kunt het patroon ook verplaatsen door erop 
te tikken terwijl het wordt weergegeven in het 
ontwerpbewerkingsscherm en het te slepen in 
het scherm.
Als u in de zoommodus een patroon wilt 
verplaatsen, sleept u het.
e Afzonderlijke patronen bewerken
Bewerk het geselecteerde afzonderlijke patroon.
X
Met deze toets wordt het 
patroonbewerkingsscherm weergegeven. In dat 
scherm kunt u een afzonderlijk patroon bewerken.
• Meer bijzonderheden vindt u in 
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar wanneer 
meerdere patronen zijn geselecteerd.
Memo
Als de snijlijn van een patroon buiten het snij-/
tekengebied valt, bijvoorbeeld door het 
toepassen van een marge of het omklappen 
van een patroon, wordt de lijn grijs 
weergegeven. Bewerk het patroon zodat de 
snijlijn binnen het snij-/tekengebied valt.
f Samenvoegen (meerdere patronen groeperen)
Wanneer meerdere patronen zijn geselecteerd in het 
ontwerpbewerkingsscherm, kunt u deze patronen 
samenvoegen en bewerken als een enkel patroon. Dit 
is handig als u het formaat van meerdere patronen 
tegelijk wilt aanpassen. Tik op 
 in het 
ontwerpbewerkingsscherm om meerdere patronen te 
selecteren. Meer bijzonderheden vindt u in “Meerdere 
patronen selecteren” op pagina 39.
X
Samenvoegen
X
Formaat van meerdere patronen tegelijk vergroten
g Verenigen (omtrek van meerdere patronen samenvoegen)
Verenig de omtrek van meerdere patronen om één 
enkele omtrek te maken. Meer bijzonderheden vindt u 
in “Verenigen (omtrek van meerdere patronen 
samenvoegen)” op pagina 45.
h Voorbeeld weergeven
Geef een voorbeeld weer van het bewerkte patroon.
Een bewerking ongedaan maken
Nadat de patronen zijn ingedeeld op de mat, drukt u 
in het bewerkscherm op 
 om de vorige bewerking 
ongedaan te maken.
Memo
• Maar liefst 10 voorgaande bewerkingen kunt u 
ongedaan maken.
• Nadat een bewerking ongedaan is gemaakt, 
kunt u hem niet herstellen.
• Als het aantal patronen is gewijzigd door toevoegen, 
verwijderen, samenvoegen of verenigen, kunt u 
alleen bewerkingen ongedaan maken die zijn 
uitgevoerd nadat het aantal patronen werd gewijzigd.
• Wanneer de patronen automatisch zijn ingedeeld, 
kunt u de bewerking niet ongedaan maken.