Sony XR-CA670X User Manual

Page of 150
28
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij 
het oplossen van problemen die zich met het 
apparaat kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst 
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor 
aansluiting en gebruik controleren.
Algemeen
Geen geluid.
• Druk op de volumetoets + om het volume 
aan te passen.
• Zet de ATT-functie uit.
• Zet de faderregelaar in het midden voor een 
systeem met 2 luidsprekers.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET toets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu zijn 
losgekoppeld.
• De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgezet (pagina 18).
• Er is een optionele versterker aangesloten en 
u gebruikt de ingebouwde versterker niet.
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in 
het weergavevenster.
• Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt 
en deze toets ingedrukt houdt.
t Druk nogmaals op (OFF) en houd deze 
toets ingedrukt tot het display verschijnt.
• Verwijder het voorpaneel en reinig de 
aansluitingen. Zie “Aansluitingen 
schoonmaken” (pagina 24) voor meer 
informatie.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid met de contactsleutel op ON, 
ACC of OFF.
De kabels zijn niet goed verbonden met de 
hulpvoedingsaansluiting van de auto.
Het apparaat wordt niet van stroom 
voorzien.
• Controleer de aansluiting. Controleer de 
zekering wanneer alles in orde is.
• De auto heeft geen ACC positie.
t Druk op (SOURCE) (of plaats een 
cassette) om het apparaat in te schakelen.
Het apparaat wordt constant van stroom 
voorzien.
De auto heeft geen ACC positie.
De elektrisch bediende antenne schuift niet 
uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen 
relaisdoos.
Cassettes afspelen
Het geluid is vervormd.
De cassettekop is vuil.
t Reinig de kop met een in de handel 
verkrijgbare reinigingscassette.
De AMS-functie werkt niet goed.
• De ruimte tussen tracks bevat ruis.
• Een lege ruimte is te kort (korter dan 4 
seconden).
• Een lange pauze of een stuk met lage 
frequenties of een laag volume wordt gezien 
als een lege ruimte.
Radio-ontvangst
Er kan niet worden afgestemd op 
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Radiozenders kunnen niet worden 
ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• Sluit een antennebedieningskabel (blauw) of 
hulpvoedingskabel (rood) aan op de 
voedingskabel van de antenneversterker van 
de auto. (Alleen als de auto is uitgerust met 
een FM/MW/LW-antenne in de achter-/
zijruit.)
• Controleer de aansluiting van de auto-
antenne.
• De auto-antenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de 
voedingskabel van de auto-antenne.
• Controleer de frequentie.
• Als de DSO-functie is ingeschakeld, is het 
geluid soms gestoord.
t Zet de DSO-functie op “OFF” (pagina 
Er kan niet automatisch worden afgestemd 
op zenders.
• De lokale zoekfunctie is ingesteld op “ON”.
t Zet de lokale zoekfunctie op “OFF” 
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
De aanduiding “ST” knippert.
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Schakel over naar mono-ontvangst 
Een stereo-uitzending wordt mono 
weergegeven.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Annuleer de mono-ontvangststand (pagina 
12).