Pentax MX-1 Operating Guide
155
4
O
pnam
en bew
erk
en en
en en
af
dr
ukken
6
Druk op de knop OK.
Het bevestigingsscherm (voor het opslaan) verschijnt.
7
Selecteer [Opslaan als] met de
vierwegbesturing (23) en druk op
de knop OK.
vierwegbesturing (23) en druk op
de knop OK.
De uitgerekte opname wordt opgeslagen.
De resolutie van de opname wordt I
voor een opname die met E is gemaakt,
L
De resolutie van de opname wordt I
voor een opname die met E is gemaakt,
L
voor een opname die met 6 is
gemaakt, O voor een opname die met
f is gemaakt en Q voor een opname
die met een lagere resolutie is gemaakt.
f is gemaakt en Q voor een opname
die met een lagere resolutie is gemaakt.
In opnamen wordt de grootte gereduceerd van de gezichten die tijdens
het opnemen zijn gedetecteerd met Gezichtsdetectie (p.115), zodat
deze kleiner lijken.
het opnemen zijn gedetecteerd met Gezichtsdetectie (p.115), zodat
deze kleiner lijken.
1
Kies in de afspeelstand met de vierwegbesturing (45)
de opname die u wilt bewerken.
de opname die u wilt bewerken.
2
Selecteer N (Klein-gezichtfilter) in het weergavepalet
met de vierwegbesturing (2345).
met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Op gezichten die kunnen worden bewerkt wordt een
gezichtsdetectiekader weergegeven.
Ga verder met stap 6 als er slechts één gezichtsdetectiekader is.
gezichtsdetectiekader weergegeven.
Ga verder met stap 6 als er slechts één gezichtsdetectiekader is.
4
Selecteer met de vierwegbesturing
(2345) een gezicht dat u wilt
bewerken.
(2345) een gezicht dat u wilt
bewerken.
Een groen kader geeft het gezicht aan dat
moet worden bewerkt.
moet worden bewerkt.
Opnamen zodanig verwerken dat een gezicht
kleiner lijkt (Klein-gezichtfilter)
kleiner lijkt (Klein-gezichtfilter)
100-0018
100-0018
1/
1000
1/
1000
F8.5
F8.5
800
800
OK
OK