Pentax MX-1 Operating Guide
205
5
In
st
el
lin
g
en
Pixeluitlijning is een functie voor het uitlijnen en corrigeren van defecte
pixels in de beeldsensor. Activeer de pixeluitlijningsfunctie als
beeldpunten altijd op dezelfde plaats defect schijnen te zijn.
pixels in de beeldsensor. Activeer de pixeluitlijningsfunctie als
beeldpunten altijd op dezelfde plaats defect schijnen te zijn.
1
Druk op de knop 3 in de opnamestand om het
menu [W Instelling 4] te openen.
menu [W Instelling 4] te openen.
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Pixeluitlijning]
te selecteren en druk op de vierwegbesturing (5).
te selecteren en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Pixeluitlijning] verschijnt.
3
Selecteer [Pixeluitlijning] met de
vierwegbesturing (23).
vierwegbesturing (23).
• Als het opstartscherm eenmaal is ingesteld, wordt het niet gewist,
zelfs niet als de oorspronkelijke opname wordt gewist of als de SD-
geheugenkaart of het ingebouwde geheugen wordt geformatteerd.
geheugenkaart of het ingebouwde geheugen wordt geformatteerd.
• Het opstartscherm wordt niet weergegeven als deze optie is ingesteld
op [Uit].
• Het opstartscherm wordt niet weergegeven als u de camera inschakelt
in de afspeelstand.
• Opnamen die zijn gemaakt in de stand F (Digitaal panorama) en
video’s kunnen niet worden gebruikt als opstartscherm.
Corrigeren van defecte pixels in de beeldsensor
(Pixeluitlijning)
(Pixeluitlijning)
Wanneer u Pixeluitlijning wilt gebruiken, moet u het menu [W Instelling 4]
weergeven in de opnamestand. Pixeluitlijning kan niet worden geselecteerd
wanneer het menu [W Instelling 4] wordt weergegeven in de afspeelstand.
weergeven in de opnamestand. Pixeluitlijning kan niet worden geselecteerd
wanneer het menu [W Instelling 4] wordt weergegeven in de afspeelstand.
Pixeluitlijning
Pixeluitlijning
Pixeluitlijning
Pixeluitlijning
Onderbreken
Onderbreken
Controleert de
beeldsensor en
corrigeert defecte pixels
Controleert de
beeldsensor en
corrigeert defecte pixels
OK
OK