Pentax WG-3 GPS Operating Guide
100
3
O
p
nam
e
n m
a
ke
n
Hiermee wordt het dynamische bereik vergroot en wordt voorkomen dat zich
heldere en donkere gebieden voordoen. Met [Hooglichtcor.] worden de heldere
gebieden bijgeregeld wanneer de opname te licht is en met [Schaduwcorrectie]
worden de donkere gebieden bijgeregeld wanneer de opname te donker is.
heldere en donkere gebieden voordoen. Met [Hooglichtcor.] worden de heldere
gebieden bijgeregeld wanneer de opname te licht is en met [Schaduwcorrectie]
worden de donkere gebieden bijgeregeld wanneer de opname te donker is.
1
Selecteer [Inst, D-range] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Inst, D-range] verschijnt.
3
Selecteer [Hooglichtcor.] of
[Schaduwcorrectie] met de
vierwegbesturing (23).
[Schaduwcorrectie] met de
vierwegbesturing (23).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
5
Wijzig de instelling met de vierwegbesturing (23).
• Als een histogram wordt weergegeven in de foto-opnamestand of
afspeelstand, kunt u controleren of de belichting correct is (p.30).
• In sommige opnamestanden kan Belicht. corr. niet worden geselecteerd.
Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.210) voor details.
De instelling van de belichtingscorrectie opslaan 1p.128
De helderheid corrigeren (Instelling D-Range)
Auto
Lichte/donkere gebieden worden zo nodig automatisch door de camera
gecorrigeerd.
gecorrigeerd.
Aan
Lichte/donkere gebieden worden altijd door de camera gecorrigeerd.
Uit
Lichte/donkere gebieden worden niet door de camera gecorrigeerd.
MENU
Inst, D-range
Hooglichtcor.
Schaduwcorrectie
Auto
Auto