Panasonic TXP50GT30Y Operating Guide
Basisaansluitingen
11
Voorbeeld 3
DVD-/videorecorder en set-top box aansluiten
TV, DVD-/videorecorder en set-top box
RF IN
RF OUT
Achterzijde van TV
Aardse
antenne
antenne
Netsnoer
220-240 V
wisselstroom
50 / 60 Hz
wisselstroom
50 / 60 Hz
Volledig bedrade
HDMI-compatibele kabel
HDMI-compatibele kabel
Volledig bedrade
SCART-kabel
SCART-kabel
Volledig bedrade
SCART-kabel
RF-adapter
(meegeleverd)
(meegeleverd)
SCART-adapter
(meegeleverd)
(meegeleverd)
Set-top box
DVD- of videorecorder
RF-kabel
RF-kabel
Kabel
■
De netwerkomgeving aansluiten (Netwerkverbindingen)
Om van de netwerkservicefuncties gebruik te maken (VIERA Connect, enz.), dient u de TV op een breedband
netwerkomgeving aan te sluiten.
netwerkomgeving aan te sluiten.
•
Raadpleeg uw leverancier voor hulp als u geen breedband netwerkservices hebt.
•
Verbind met LAN-kabel (bekabelde verbinding) of Draadloze LAN-adapter (draadloze verbinding).
•
Het instellen van de netwerkverbinding start na het afstemmen (bij het eerste gebruik van de TV)
(p. 13 - 15)
Internetomgeving
Internetomgeving
Bekabelde verbinding
Draadloze verbinding
Toegangspunt
LAN-kabel
Draadloze LAN-adapter en verlengkabel
•
Sluit aan op USB-poort 1, 2 of 3.
Achterzijde van TV
Minder
dan
10 cm
dan
10 cm
Minder
dan
10 cm
dan
10 cm
Ferrietkern - Groot (meegeleverd)
De ferrietkern installeren
Trek de lipjes
achteruit (op twee
plaatsen)
achteruit (op twee
plaatsen)
Wind de kabel
twee keer op
twee keer op
Trek de kabel door
en sluit de klem
en sluit de klem
Opmerking
•
3D-inhoud weergeven
(p. 17)
•
Sluit een DVD-recorder/videorecorder met Q-Link-ondersteuning (p.) aan op AV1 van de TV.
•
Een HDMI-compatibel apparaat kan via een HDMI-kabel worden aangesloten op HDMI-aansluitingen (HDMI1 / HDMI2 /
HDMI3 / HDMI4).
HDMI3 / HDMI4).
•
Lees ook de handleiding van het apparaat dat moet worden aangesloten.
•
Houd de TV uit de nabijheid van elektronische apparatuur (videoapparatuur, enz.) of apparatuur met een infraroodsensor.
Anders kan zich vervorming van beeld / geluid voordoen of het bedienen van andere apparatuur kan worden verstoord.
Anders kan zich vervorming van beeld / geluid voordoen of het bedienen van andere apparatuur kan worden verstoord.