Panasonic DMC-TZ7 Operating Guide

Page of 19
22   
VQT1Z87 (DUT)
(DUT) VQT1Z87
   23
Foto’s nemen met automatische instellingen
‘INTELLIGENT AUTO modus’ (vervolg)
Modus: 
 Tegenlichtcompensatie
Tegenlicht is het licht dat van achter uw onderwerp in de camera schijnt. Bij tegenlicht 
komt uw onderwerp naar verhouding veel donkerder over en de tegenlichtcompensatie 
maakt daarom het gehele beeld helderder.
 Flitser  gebruiken
Selecteer 
 (Auto) of   (flits gedwongen uit).
Bij gebruik van 
,wordt automatisch geschakeld tussen 
 (Auto) / 
 (Auto/Rode-ogenreductie) / 
 (Lngz. 
sync./Rode-ogenreductie). Zie blz. 27 voor meer informatie.
Er wordt bij 
 en 
 een tweede maal geflitst voor rode-
ogenreductie.
 Naast de automatische scènedetectie zullen ook de ‘SLIMME ISO 
’, ‘I.EXPOSURE’, 
en tegenlichtcompensatie automatisch functioneren.
 U kunt de volgende menuopties instellen in de modus INTELLIGENT AUTO.
  •    (Menu OPNAME): ‘FOTO RES.
1
’, BURSTFUNCTIE’, ‘KLEURFUNCTIE
1
’, 
‘GEZICHT HERK.
1
’ 
  •    (BEWEGEND BEELD menu) 
: ‘OPNAMEFUNCTIE’, ‘OPN. KWALITEIT
1
’, ‘KLEURFUNCTIE
1
  •    (Menu SET-UP
2
): ‘KLOKINST.’, ‘WERELDTIJD’, ‘TOON ’, ‘TAAL’
 
1
  De opties die u kunt instellen, variëren per opnamemodus.
 
2
  De andere onderdelen in het SET-UP menu weerspiegelen de instellingen die 
gemaakt zijn voor andere opnamefuncties.
 Welk scènetype wordt vastgesteld voor een onderwerp, is afhankelijk van de volgende 
omstandigheden.
 • 
 
Gezichtscontrast, kenmerken van onderwerp (grootte, afstand, kleur, beweging), 
zoomfactor, zonsondergang, zonsopgang, geringe helderheid, trillende camera.
 Als het gewenste scènetype niet 
wordt geselecteerd, kunt u het 
beste handmatig de bijbehorende 
opnamemodus selecteren. 
 Bij ‘i NACHTL.SCHAP’ en 
‘i NACHTPORTRET’ raden we u aan 
statief en zelfontspanner te gebruiken.
 Bij weinig cameratrilling (bijvoorbeeld 
bij gebruik van statief) is de sluitertijd maximaal 8 seconden met ‘i NACHTL.SCHAP’. 
Beweeg de camera niet.
 De instellingen voor de volgende functies staan vast.
 • 
 
AUTO REVIEW: 2 SEC.  • BATT. BESP.: 5 MIN.  • RICHTLIJNEN 
 
 • 
 
WITBALANS: AWB  • KWALITEIT:   (Fijn)  • STABILISATIE : AUTO 
 • 
 
AF MODE: 
 (Gezichtsdetectie)
1
  • AF ASS. LAMP: ON 
 • 
 
MEETFUNCTIE: 
 (Multiple)  • PRE AF: Q-AF
 
1
 
 (11-gebied-scherpstelling) als gezicht niet kan worden herkend
 U kunt de volgende functies niet gebruiken.
  ‘HISTOGRAM’, ‘BELICHTING’, ‘AUTO BRACKET’, ‘MULTI-ASPECT’ 
‘WB INSTELLEN’, ‘DIG. ZOOM’, ‘KORTE SLUITERT.’, ‘AUDIO OPNAME’
Bijv. bij te groot gezicht – ‘i PORTRET’ wordt ‘i MACRO’
Gezichtsdetectie en gezichtsherkenning
Wanneer de camera automatisch de scène waarneemt en vaststelt dat er personen als 
onderwerp in uw foto voorkomen (
 of 
), wordt de gezichtsdetectie ingeschakeld en dan 
wordt de scherpstelling en belichting toegespitst op de waargenomen gezichten. 
 Gezichtsherkenning 
 
    De gezichten van personen die vaak in uw foto’s voorkomen kunnen worden 
geregistreerd, samen met hun naam, leeftijd en andere gegevens.
   Bij het fotograferen met  de ‘GEZICHT HERK.’ op ‘ON’ wordt bij de scherpstelling en 
belichting ook gelet op de gezichten in de buurt van uw geregistreerde gezichten. 
Bovendien zal de camera tijdens de gezichtsdetectie automatisch de waargenomen 
gezichten onthouden, de vaak gefotografeerde gezichten herkennen en die tonen in het 
gezichtsherkenningsscherm.
 De gezichtsherkenning zoekt naar gezichten in de buurt van de geregistreerde 
gezichten. Er is geen garantie dat gezichten ook altijd juist zullen worden herkend.
 In sommige gevallen zal de camera personen die op elkaar lijken, zoals ouders en 
kinderen, broers en zusters niet goed uit elkaar kunnen houden. 
 Bij gebruik van de gezichtsherkenning worden de kenmerken van elk gezicht 
geanalyseerd, dus dit duurt langer dan de gewone gezichtsdetectie.
 Bij foto’s van geregistreerde baby’s en peuters (die minder dan 3 jaar oud zijn) 
verschijnt er 
 en dan wordt de foto zo genomen dat de huidtint er gezond uit ziet.
TRACKING AF
Zelfs al beweegt uw onderwerp waarop vast was scherpgesteld (met AF Lock), de 
camera blijft er toch  goed op scherpgesteld.
Stel de AF MODE in op autofocus-volgen (Tracking AF)
•  Uitschakelen van de autofocus-volgen (Tracking 
AF) → Druk nogmaals op ▲.
Autofocus-volgkader
Zorg dat uw onderwerp in het autofocus-volgkader valt en zet dit dan vast.
•  Uitschakelen van de vaste autofocus (AF Lock) 
→ Druk op▲.
•  De optimale scène-instelling wordt gekozen voor 
het onderwerp waarop u vast hebt scherpgesteld 
(AF Lock).
Vaste autofocus succesvol: Geel
Vaste autofocus mislukt: Rood (knipperend)
 De gezichtsherkenning werkt niet tijdens het gebruik van de TRACKING AF.