Panasonic DMC-TZ7 Operating Guide
72
VQT2C01
VQT2C01
73
Gebruik van het OPNAME/BEWEGEND
BEELD menu
(vervolg)
OPNAME/WEERGAVE schakelaar:
Bepaalde positie voor
scherpstelling
Scherpstellen op 1 punt
(hoge snelheid)
Scherpstellen op 1 punt
Scherpstelling op spot
Scherpstellen op 1 punt (hoge
snelheid)/
Scherpstellen op 1 punt:
Er wordt scherpgesteld op het
AF-gebied in het midden van
de foto.(Aanbevolen wanneer u
moeilijk kunt scherpstellen)
Scherpstelling op
spot:
Er wordt
scherpgesteld op een
kleiner gebied.
AF-gebied
AF-
spotgebied
Bij gebruik van
, kan het beeld even bevriezen voordat het scherp is.
Het autofocusgebied wordt vergroot onder donkere omstandigheden of tijdens gebruik
van de digitale zoomfunctie of de macro-zoomfunctie, e.d.
Gebruik
of
wanneer het moeilijk is om scherp te stellen met
.
U kunt gezichtsdetectie in de volgende gevallen niet instellen.
‘PANORAMA ASSIST’, In de scènemodi ‘NACHTL. SCHAP’, ‘VOEDSEL’,
‘STERRENHEMEL’, ‘VUURWERK’, ‘LUCHTFOTO’, ‘ONDER WATER’
Als de camera bij instelling op ‘Gezichtsdetectie’ abusievelijk op andere voorwerpen
dan gezichten in uw beeldveld reageert alsof het gezichten zijn, schakelt u de AF-
modus dan over naar een andere instelling.
modus dan over naar een andere instelling.
De functie Gezichtsdetectie werkt wellicht niet in de volgende omstandigheden. (AF
MODE ingesteld op
)
•
Als het gezicht niet of niet helemaal
naar de camera kijkt
naar de camera kijkt
•
Als het gezicht is verborgen achter een
zonnebril of iets dergelijks.
zonnebril of iets dergelijks.
•
Als het gezicht heel helder of donker is
•
Als het gezicht klein lijkt op het scherm
• Bij snelle bewegingen
•
•
Als de camera trilt
•
Als het onderwerp geen mens is, maar
bijvoorbeeld een huisdier
bijvoorbeeld een huisdier
•
Bij gebruik van digitale zoom
Bij de autofocus-volgfunctie kan de autofocus-koppeling soms wegvallen of het
onderwerp verliezen of een ander onderwerp gaan volgen, in de onderstaande
gevallen.
gevallen.
•
Het onderwerp is te klein in beeld.
•
Er is snelle beweging in beeld.
• De camera trilt.
• De verlichting is te fel of juist te donker.
• De verlichting is te fel of juist te donker.
•
Soortgelijk gekleurd onderwerp of
achtergrond
achtergrond
• Tussendoor wordt de zoom gebruikt
Er kan niet worden ingesteld op (Autofocus-volgen) in de onderstaande gevallen.
•
‘STERRENHEMEL’, ‘VUURWERK’, ‘SPELDENPRIK’, ‘ZANDSTRAAL’ of
‘PANORAMA ASSIST’ scènefuncties.
‘PANORAMA ASSIST’ scènefuncties.
• ‘B/W’, ‘SEPIA’, ‘COOL’ en ‘WARM’ onder KLEURFUNCTIE
U kunt niet instellen op ‘Gezichtsdetectie’ en ‘1-gebied-scherpstelling’ bij het filmen van
bewegende beelden.
PRE AF
De scherpstelling wordt voortdurend bijgesteld om de beweging van uw onderwerp te
volgen, ook wanneer u niet op de ontspanknop drukt. (Verbruikt meer stroom van de
batterij)
volgen, ook wanneer u niet op de ontspanknop drukt. (Verbruikt meer stroom van de
batterij)
MODUS:
→ OPNAME menu
→ OPNAME menu
Instellingen:
Instellingen
Effect
OFF
Er wordt pas scherpgesteld wanneer u de ontspanknop halverwege indrukt.
Q-AF
Er wordt automatisch scherpgesteld wanneer trilling van de camera gering is, ook
wanneer u niet op de ontspanknop drukt.
C-AF
De scherpstelling wordt voortdurend bijgesteld om de beweging van uw onderwerp te
volgen, ook wanneer u niet op de ontspanknop drukt.
Het scherpstellen kan enige tijd vergen wanneer de zoom plotseling wordt omgezet van
de max. W groothoekstand naar de max. T telestand, of als u plotseling dichter bij uw
onderwerp komt.
onderwerp komt.
Druk de ontspanknop halverwege in als het moeilijk is een goede scherpstelling te
verkrijgen.
Bij gebruik van de
,
, of
in de AF MODE, zal er snel worden scherpgesteld
wanneer u de ontspanknop halverwege indrukt.
MEETFUNCTIE
Bij het corrigeren van de belichting kunt u de positie waar u de helderheid meet, wijzigen.
MODUS: → OPNAME menu
Instellingen:
Instellingen:
Meetpositie voor helderheid
Omstandigheden
Meervoudig
Hele scherm
Normaal gebruik (voor
evenwichtige foto’s)
Centrum-
gewogen
Midden en omgeving
Onderwerp in het midden
Spotmeting
Midden en naaste omgeving
Doel spotmeting
Groot verschil in helderheid tussen
onderwerp en achtergrond
(bijvoorbeeld iemand in
de spotlights op toneel,
achtergrondlicht)