Panasonic DMCTZ22EG Operating Guide

Page of 76
86   
VQT3G98
VQT3G98
   87
Voor instelprocedures in het menu [Opname] (
Gebruik van het menu [Opname]
 
(Vervolg)
 [Witbalans]
Pas bij onnatuurlijke kleuren de kleuring aan de lichtbron aan.
 
Opnamemodus: 
 
 
 
 
 
 
 
 
Instellingen:  [AWB] (automatisch) /   (buitenshuis, heldere hemel) / 
 (buitenshuis, bewolkt) / 
 (buitenshuis, schaduw) / 
 (kunstlicht) / 
 (gebruikt de waarden ingesteld in 
) / 
 (handmatig instellen)
 
Wanneer u de [AWB] (automatische witbalans) instelt, wordt de kleurbalans 
automatisch aangepast aan de gebruikte lichtbron. Als de scène echter te helder of te 
donker is of als er andere extreme omstandigheden zijn, kunnen de beelden wel eens 
een rode of blauwe zweem vertonen. De witbalans kan niet altijd goed werken als er 
een diversiteit aan lichtbronnen is.
 
Wij raden u aan om in te stellen op [AWB] of 
 bij opnemen onder tl-verlichting.
 
De witbalansinstelling wordt vast ingesteld op [AWB] in de volgende scènemodi:
[Landschap], [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Nachtop. uit hand], [Voedsel], [Party], 
[Kaarslicht], [Zonsonderg.], [Flitsburst], [Sterrenhemel], [Vuurwerk], [Strand], [Sneeuw], 
[Luchtfoto], [Zandstraal] en [Onder water]
 
 Verfijning witbalans (exclusief [AWB])
U kunt elke instelling voor witbalans handmatig instellen als de kleuren niet naar 
verwachting zijn.
  Selecteer de witbalansinstelling die u wilt fijnregelen en druk dan op de [DISP.]-toets 
om het scherm [WB instellen] te tonen.
  Stel in met 
► bij veel rood, stel in met ◄ bij veel blauw.
  Druk op [MENU/SET].
 
• De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt 
uitgeschakeld.
 
• De instellingen blijven toegepast wanneer u de flitser gebruikt.
 
• Hoewel de instelling [AWB] in de scènemodus [Onder water] vaststaat, kunnen nog 
steeds verfijningen worden uitgevoerd.
 
• Verfijningen kunnen niet worden ingesteld wanneer de [Kleurfunctie] (
op [B/W], [SEPIA], [COOL] of [WARM].
 [Kwaliteit]
Stel de beeldkwaliteit in.
 
Opnamemodus: 
 
 
 
 
 
 
 
 
Instellingen:    hoge kwaliteit, prioriteit ligt bij beeldkwaliteit
 standaardkwaliteit, prioriteit ligt bij aantal beelden
 
De instelling wordt vast ingesteld op 
 in de volgende scènemodi:
[Transformeren], [H. gevoeligh.] en [Flitsburst]
 [Gevoeligheid]
U kunt de ISO-gevoeligheid (lichtgevoeligheid) handmatig instellen.
We raden hogere instellingen aan om scherpe foto’s te maken op donkere locaties.
 
Opnamemodus: 
 
 
 
 
Instellingen: [AUTO] / 
 [Slimme ISO] / [100] / [200] / [400] / [800] / [1600]
Instelinstructies
[Gevoeligheid]
[100]
[1600]
Locatie
(aanbevolen)
Licht 
(buiten)
Donker
Sluitertijd
Traag
Snel
Interferentie
Laag
Hoog
Onscherp onderwerp
Hoog
Laag
 
[AUTO] wordt automatisch ingesteld in een bereik tot 400 (of 1000 wanneer u de flitser 
gebruikt), afhankelijk van de helderheid van het onderwerp.
 
 [Slimme ISO] wordt automatisch ingesteld in een bereik tot 1600, afhankelijk van 
de beweging en de helderheid van het onderwerp.