Panasonic DMCTZ9 Operating Guide

Page of 90
98   
VQT2R28
VQT2R28
   99
Voor instelprocedures in het menu [OPNAME] (→20)
Gebruik van het [OPNAME] menu
 
(Vervolg)
   [WITBALANS]
Pas bij onnatuurlijke kleuren de kleuring aan de lichtbron aan.
 
Opnamemodus:  
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Instellingen:  [AWB] (automatisch) /   (buiten, heldere lucht) / 
 (buiten, bewolkt) / 
 (buiten, schaduw) / 
 (Gloeilamplicht) / 
 (gebruikt de waarden 
ingesteld in 
) / 
 (handmatig instellen)
 
Gebruiksgebied [AWB]: 
10000K
9000K
8000K
7000K
6000K
5000K
4000K
3000K
2000K
1000K
Bewolkte lucht (regen)
Schaduw
Tv-scherm
Gloeilamplicht
Zonsondergang/zonsopgang
Kaarslicht
Zonlicht
Wit tl-licht
Blauwe lucht
 
Een foto kan rood of blauw lijken als deze 
buiten het bereik valt. Zelfs als de waarden 
binnen het bereik vallen, werkt deze functie 
mogelijk niet goed als er te veel lichtbronnen 
zijn.
 
We raden aan [AWB] / [
] in te stellen 
onder tl-licht.
 
 Verfijning witbalans (exclusief [AWB])
U kunt elke instelling voor witbalans handmatig instellen als 
de kleuren niet naar verwachting zijn.
  Druk enkele keren op ▲ totdat [WB INSTELLEN] wordt 
weergegeven.
  Stel in met ► bij veel rood, stel in met ◄ bij veel blauw.
  Druk op [MENU/SET].
 
• De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs 
als de camera wordt uitgeschakeld. 
Verandert in rood (blauw) 
wanneer u verfijningen 
aanbrengt
 
• De instellingen blijven toegepast wanneer u de flitser gebruikt.
 
• Hoewel de instelling [AWB] in de scènemodus [ONDER WATER] vaststaat, kunnen 
nog steeds verfijningen worden uitgevoerd.
 
• Verfijningen kunnen niet worden ingesteld wanneer de [KLEUR EFFECT] (→104) is 
ingesteld op [B/W], [SEPIA], [COOL] of [WARM].
 
Witbalans handmatig instellen (
)
  Selecteer 
 en druk op [MENU/SET].
  Richt de camera op een wit voorwerp (bijvoorbeeld 
papier) en druk op [MENU/SET].
 Druk op [MENU/SET].
De witbalans wordt ingesteld op 
.
 
• Wanneer u deze instelling gebruikt, wordt de 
verfijning van de witbalans gereset.
Maakt alleen een foto van witte 
objecten in het frame (stap  )
[MENU/SET]
 
• Zelfs als de camera UIT staat, blijft de ingestelde witbalans in het geheugen staan.
 
• Het is niet altijd mogelijk om de juiste witbalans in te stellen als onderwerpen te licht of te 
donker zijn. Pas in dit geval de helderheid aan en probeer de witbalans opnieuw in te stellen.
   [GEZICHT HERK.]
Door personen die vaak in uw foto’s voorkomen te registreren, kunt u zorgen dat ze 
voorrang krijgen bij het scherpstellen en kunt u tevens alle foto’s waar ze in voorkomen 
bij elkaar houden en als groep bekijken.
Zie voor meer informatie (→78).
   [AF MODE]
De scherpstelmethode kan worden gewijzigd afhankelijk van de positie en het aantal onderwerpen.
 
Opnamemodus:     
 
 
 
 
 
 
Instellingen:   / 
 /   /   / 
 / 
Mensen van voren 
fotograferen
 
 (Gezichtsdetectie)
Herkent gezichten (max. 15 personen) en past de belichting en 
scherpstelling hierop aan. Wanneer de [MEETFUNCTIE] (→101) is 
ingesteld op ‘Multiple’
AF-gebied
Geel:  Als u de ontspanknop half indrukt, 
wordt het kader groen als de 
camera is scherpgesteld.
Wit:  Verschijnt bij detectie van meerdere 
gezichten. Andere gezichten die 
op dezelfde afstand zijn als de 
gezichten in het gele AF-gebied, 
worden ook scherp vastgelegd.
 
• Als in het menu [OPNAME] de [GEZICHT HERK.] op [ON] 
is gezet, wordt (
 gezichtsdetectie) ingesteld en wordt bij 
scherpstelling en belichting prioriteit gegeven aan personen 
van wie vaak foto’s worden gemaakt. (→78)
Automatisch koppelen van 
de scherpstelling aan een 
bewegend onderwerp
 (Autofocus-volgen)
Zorg dat uw onderwerp in het autofocus-volgkader valt, en druk dan op ▼.
Autofocus-volgkader 
Wanneer uw onderwerp herkend wordt, 
verandert het autofocus-volgkader van 
wit in geel en dan wordt uw onderwerp 
steeds scherp in beeld gehouden.
Als de autofocus-koppeling wegvalt, 
gaat er een rood kader knipperen.
 
• Om de autofocus-koppeling uit te schakelen, drukt u op ▼.
 
• Scherpstelling (hetzelfde als macro-opnamen)
Max. groothoek: 3 cm en hoger 
Max. T (tele):    1 m en hoger
(5 × tot 8 × is 2 m tot ∞)
Onderwerp niet in het 
midden van de foto 
(AF-gebied wordt pas 
weergegeven als er is 
scherpgesteld)
 (11-gebied-scherpstelling)
Stelt automatisch scherp op een van 11 punten.
AF-gebied