Panasonic DMCSZ1EG Operating Guide

Page of 128
- 23 -
Basiskennis
Opnamefunctie: 
Beelden maken m.b.v. de automatische functie 
(Intelligente Automatische Functie)
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de 
opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de 
instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
Scènedetectie/Compensatie van de achtergrondverlichting/Intelligente 
ISO-gevoeligheidbediening/Automatische witbalans/Gezichtsdetectie/[i. Exposure]/
[I.resolutie]/[i.ZOOM]/[AF ass. lamp]/[Rode-ogencorr]/[Stabilisatie]/[Continu AF]
Schuif de REC/PLAY-schakelaar 
naar [
!] en druk vervolgens op 
[MODE].
Op 3/4/2/1 drukken om [Intelligent auto] 
te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] 
drukken.
De ontspanknop tot de helft indrukken om 
scherp te stellen.
De focusaanduiding 1 (groen) gaat branden wanneer 
er op het onderwerp scherpgesteld is.
De AF-zone 2 wordt afgebeeld rond het gezicht van 
het onderwerp door de gezichtsherkenningfunctie. In 
andere gevallen wordt deze afgebeeld op het punt op 
het onderwerp waarop scherp gesteld is.
De minimumafstand (hoe dicht u bij het onderwerp 
kunt komen) zal veranderen afhankelijk van de 
zoomfactor. Controleer dit aan de hand van het 
opnamebereik dat op het scherm weergegeven wordt. 
U kunt AF tracking instellen door op 3 te drukken. 
Raadpleeg voor details 
. (AF tracking zal gewist 
worden door opnieuw op 3 te drukken.)
Druk de ontspanknop helemaal in (verder 
indrukken), en maak het beeld.
1
2