Panasonic DMCTZ19EP Operating Guide

Page of 63
72   
VQT3H51
VQT3H51
   73
Voor instelprocedures in het menu [Opname] (
17)
Gebruik van het [Opname] menu
 
(Vervolg)
 [Witbalans]
Pas bij onnatuurlijke kleuren de kleuring aan de lichtbron aan.
 
Opnamemodus: 
 
 
 
 
 
 
 
 
Instellingen:  [AWB] (automatisch) / 
 (buiten, heldere lucht) / 
 (buiten, bewolkt) /
 (buiten, schaduw) / 
 (Gloeilamplicht) / 
 (gebruikt de waarden ingesteld in 
) / 
 (handmatig instellen)
 
Gebruiksgebied [AWB]: 
10000K
9000K
8000K
7000K
6000K
5000K
4000K
3000K
2000K
1000K
Bewolkte lucht (regen)
Schaduw
Gloeilamplicht
Zonsondergang/zonsopgang
Kaarslicht
Zonlicht
Wit tl-licht
Blauwe lucht
 
Wanneer de [AWB] (automatische witbalans) is ingeschakeld, wordt de kleurbalans 
aangepast aan de lichtbron. Als de scène echter te helder of te donker is of er andere 
extreme omstandigheden zijn, kunnen de beelden een rood- of blauwzweem vertonen. 
De witbalans kan niet altijd goed werken bij een verscheidenheid aan lichtbronnen.
 
We raden aan [AWB] / [
] in te stellen onder tl-licht.
 
De witbalansinstelling staat vast ingesteld op [AWB] in de volgende scènemodi:
[Landschap], [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Voedsel], [Party], [Kaarslicht], 
[Zonsonderg.], [Flitsburst], [Sterrenhemel], [Vuurwerk], [Strand], [Sneeuw], [Luchtfoto], 
[Zandstraal] en [Onder water]
 
 Verfijning witbalans (exclusief [AWB])
U kunt elke instelling voor witbalans handmatig instellen als de kleuren niet naar 
verwachting zijn.
  Selecteer de witbalansinstelling die u wilt fijnregelen en druk dan op de [DISP.]-toets 
om het scherm [Instellen] te tonen.
  Stel in met 
► bij veel rood, stel in met ◄ bij veel blauw.
 Druk op [MENU/SET].
 
• De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt 
uitgeschakeld. 
 
• De instellingen blijven toegepast wanneer u de flitser gebruikt.
 
• Verfijningen kunnen niet worden ingesteld wanneer de [Kleurfunctie] (
op [B/W], [SEPIA], [COOL] of [WARM].
 
• In de scènemodus [Onder water] kunt u de [AWB] fijnregelen.
 
• Als er geen fijnregeling nodig is, kiest u het middelste punt van de schuifregelaar.
 
• Fijnregeling kan afzonderlijk worden verricht voor elke witbalansinstelling.
 
• De witbalansinstelling wordt geannuleerd wanneer u de witbalans handmatig instelt.
 
Witbalans handmatig instellen (
)
  Selecteer 
 en druk op [MENU/SET].
  Richt de camera op een wit voorwerp (bijvoorbeeld papier) en druk op [MENU/SET].
 
• Zelfs als de camera UIT staat, blijft de ingestelde witbalans in het geheugen staan.
 
• Het is niet altijd mogelijk om de juiste witbalans in te stellen als onderwerpen te licht 
of te donker zijn. Pas in dit geval de helderheid aan en probeer de witbalans opnieuw 
in te stellen.