Panasonic DMC LX 3 Operating Guide

Page of 210
Gevorderd (Opname van beelden)
- 85 -
[OPNAME] functie: 
¿
Beelden maken die met de scène die opgenomen 
wordt overeenkomen
 (Scènefunctie)
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde 
situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de 
gewenste opname.
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!].
Stel de functieknop in op [¿].
Op 3/4/2/1 drukken om het gewenste 
scènemenu te kiezen.
U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in een 
menu-onderdeel door het zoomhendeltje te verplaatsen.
Druk op [MENU/SET] om in te stellen.
Het menuscherm schakelt over naar het opnamescherm in de ingestelde scènefunctie.
∫ Over de informatie   
Als u op [DISPLAY] drukt wanneer u een scènefunctie selecteert in 
stap 
3
, wordt er uitleg over elke scènefunctie afgebeeld. (Als u opnieuw 
op [DISPLAY] drukt, keert het scherm terug naar het 
scènefunctiemenu.)
Aantekening
Om de scènefunctie te veranderen, op [MENU/SET] drukken en dan op 1 drukken en 
terugkeren naar stap 
3
 hierboven.
Lees  
 voor informatie over de sluitertijd.
De flitsinstelling van de scènefunctie wordt weer op de begininstelling gezet wanneer de 
scènefunctie veranderd wordt.
Wanneer u een opname maakt met een scènefunctie dat niet geschikt is voor dat doeleinde, 
kan de tint van het beeld verschillen van de werkelijke scène.
De volgende items kunnen niet ingesteld worden in de scènefunctie omdat het toestel ze 
automatisch op de optimale instelling zet.
[SLIMME ISO]/[GEVOELIGHEID]/[ISO-LIMIET INST.]/[I. EXPOSURE]/[MULTI BELICHT.]/
[MEETFUNCTIE]/[OPN. MODE]/[KORTE SLUITERT.]
[I. EXPOSURE] wordt automatisch geactiveerd in de volgende scènefuncties.
[PORTRET]/[GAVE HUID]/[ZELFPORTRET]/[LANDSCHAP]/[SPORT]/[NACHTPORTRET]/
[PARTY]/[KAARSLICHT]/[BABY1]/[BABY2]/[ZONSONDERG.]/[H. GEVOELIGH.]
1
2
3
4