Panasonic DMCGM1EG Operating Guide
140
6. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
Er kunnen tot 23 AF-zones scherp gesteld worden.
Dit is zelfs werkzaam als een onderwerp zich niet in het midden van het scherm bevindt
Dit is zelfs werkzaam als een onderwerp zich niet in het midden van het scherm bevindt
•
De 23 AF-zones kunnen in 9 zones onderverdeeld worden en de zone waarop men wilt
scherpstellen kan ingesteld worden.
scherpstellen kan ingesteld worden.
Het toestel stelt scherp op het object in de AF-zone in het midden van het scherm.
•
•
Wanneer het onderwerp zich niet in het midden bevindt van de samenstelling in [Ø], kunt u
het onderwerp in de AF-zone brengen, de scherpstelling en de belichting vaststellen door de
sluitertijd tot de helft in te drukken, het toestel verplaatsen naar de samenstelling die u wilt
terwijl u de ontspanknop tot de helft ingedrukt houdt en dan het beeld maken.
(Alleen als de focusmodus op [AFS] gezet is.)
het onderwerp in de AF-zone brengen, de scherpstelling en de belichting vaststellen door de
sluitertijd tot de helft in te drukken, het toestel verplaatsen naar de samenstelling die u wilt
terwijl u de ontspanknop tot de helft ingedrukt houdt en dan het beeld maken.
(Alleen als de focusmodus op [AFS] gezet is.)
U kunt een preciezere focus verkrijgen op een punt dat kleiner is dan [Ø].
•
•
Als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt, zal het scherm voor het controleren van de
brandpuntpositie vergroot worden.
brandpuntpositie vergroot worden.
•
In de volgende gevallen, werkt [
] als [Ø]
–
Wanneer u bewegende beelden opneemt
•
Deze kan in de volgende gevallen niet op [
] gezet worden.
–
[AFF]/[AFC] (focusmodus)
Over [
] ([23-zone])
Over [
] ([1-zone])
Over [
] ([Spot])