Panasonic nn-e252 Operating Guide

Page of 12
NI-1
Uw magnetronoven controleren
Pak uw magnetron uit, verwijder al het ver-
pakkingsmateriaal en controleer de magnetron op
schade, zoals deuken, beschadigde deurvergren-
delingen of barsten in de deur. Waarschuw uw
dealer onmiddellijk als u beschadigingen aantreft.
Een beschadigde magnetronoven mag niet gein-
stalleerd worden. 
Aardaansluiting
BELANGRIJK: DIT APPARAAT DIENT VOOR UW
PERSOONLIJKE VEILIGHEID JUIST GEAARD
AANGESLOTEN TE WORDEN.
Indien uw stopcontact niet is geaard, is het de per-
soonlijke verantwoording van de klant om het te
laten vervangen door een juist geaarde wandcon-
tactdoos. 
Bedrijfsspanning
Het voltage dient in overeenstemming te zijn met
de op het label van de oven opgegeven spanning.
Wanneer een hogere spanning gebruikt wordt, kan
dit brand of andere beschadigingen veroorzaken. 
Plaatsen van de oven
1. Zet het toestel op een platte, stevige onder-
grond.
2. Wanneer deze oven geinstalleerd is, moet het
toestel gemakkelijk gescheiden kunnen worden
van de stroomtoevoer door de stekker los te
trekken of door een schakelaar toe te passen. 
3. De magnetronoven kan alleen op de juiste wijze
functioneren, indien er voldoende ventilatie is. 
Plaatsing op een meubel: 
a. Boven de magnetronoven moet een ruimte 
vrij gelaten worden van 15 cm, aan de 
achterzijde 10 cm, aan de zijkant 5 cm, en 
aan de andere zijkant een ruimte van meer 
dan 40 cm. 
b. Wanneer een van de zijden van de mag-
netronoven tegen een wand staat, mogen 
de andere zijde of de bovenkant niet 
geblokkeerd zijn. 
4. Plaats de magnetronoven niet vlak naast andere
elektrische apparatuur of een gasfornuis. 
5.  Verwijder de voetjes van de magnetronoven niet.
6.  Deze magnetronoven is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik. Niet buitenshuis gebruiken. 
7.  Het is af te raden de magnetronoven in een
vochtige omgeving te gebruiken. 
8.  Het netsnoer mag niet in aanraking komen met
de buitenzijde van de oven Houdt het snoer uit de
buurt van warme of hete oppervlakken. Laat het
snoer niet over de rand van een tafel  of aanrecht
hangen. Dompel het snoer, de stekker of de oven
niet onder in water.
9.  De ventilatie-openingen bovenop en achterop de
magnetronoven mogen niet geblokkeerd worden.
Indien deze openingen geblokkeerd zijn terwijl de
magnetronoven in gebruik is, kan hij oververhit
raken. Een thermische beveiliging zal in dit geval
de magnetronoven buiten wer-king stellen en de
oven weer inschakelen zodra hij is afgekoeld. 
Plaatsing op een meubel
Installatie en aansluiting
WAARSCHUWING
Belangrijke Veiligheidsinstructies
1.  De deurafdichtingen en de plaatsen
hieromheen moeten worden schoongemaakt
met een vochtige doek. Het apparaat moet
gecontroleerd worden op beschadigingen aan
de deurafdichtingen en de plaatsen rondom
deze afdichtingen; indien er sprake van
beschadiging is, mag het apparaat niet gebruikt
worden totdat het door een door de fabrikant
erkende onderhoudstechnicus gerepareerd is. 
2.  Probeer niet zelf reparaties uit te voeren aan
de ovendeur, het bedieningspaneel, de vei-
ligheids-vergrendelingsschakelaars of welk
ander deel van de magnetronoven dan ook.
Verwijder de behuizing van de magnetron-oven
niet; deze biedt bescherming tegen bloot-
stelling aan magnetron-energie. Reparaties
mogen uitsluitend door gekwalificeerd servi-
cepersoneel worden uitgevoerd. 
3.  Gebruik dit apparaat niet, indien het NET-
SNOER en/of de STEKKER beschadigd zijn.
Indien het apparaat niet goed functioneert,
beschadigd of gevallen is, mogen in verband
met de veiligheid reparaties uitsluitend uitge-
voerd worden door onderhoudspersoneel welke
door de fabrikant erkend zijn. 
4.  Indien de netsnoer beschadigd is, moet deze
direct vervangen worden door gekwalificeerde
technici om mogelijke vervolg schade / letsel te
voorkomen.
5.  Kinderen mogen de magnetronoven uitsluitend
onder toezicht gebruiken wanneer ze goed
geinstrueerd zijn, zodat ze de oven op veilige
wijze kunnen bedienen en zich bewust zijn van
de gevaren van onjuist gebruik. 
6. Ontploffingsgevaar bestaat indien voedsel of
dranken in een gesloten blik of fles verwarmd
worden.
Vrije 
ruimte
10cm
15cm
5cm