Panasonic KXPRW120NL Operating Guide

Page of 64
3
MbN: “AAN” a MOKN
4
MbN: Selecteer de buitenlijn. a MBewerkenN
5
MMenuN a MbN: “Wijzigen” a MOKN
6
Bewerk indien nodig de naam. a MOKN
7
Bewerk indien nodig het telefoonnummer. a
MOKN 2 keer
Een extern controlenummer wissen
1
Druk op MMenuN op de handset die wordt
gecontroleerd.
2
MbN: “Aan/uit” a MOKN
3
MbN: “AAN” a MOKN
4
MbN: Selecteer de buitenlijn. a MBewerkenN
5
MMenuN a MbN: “Wissen” a MOKN
6
MbN: “JA” a MOKN a M
N
Gevoeligheid babyfoon
U kunt de gevoeligheid van de babyfoon
aanpassen. Verhoog of verlaag de gevoeligheid
voor het bijstellen van het geluidsniveau voor het
activeren van de babyfoon.
R Deze functie kan niet worden ingesteld tijdens
een controle-oproep.
1
Druk op MMenuN op de handset die wordt
gecontroleerd.
2
MbN: “Gevoeligheid” a MOKN
3
MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M
N
De babyfoon beantwoorden
n
Bij controle met een handset:
Druk op M
N om oproepen te beantwoorden.
Druk op M
N als u wilt reageren met de
controlehandset.
R De controlehandset beantwoordt oproepen
automatisch wanneer de automatische
intercomfunctie is ingesteld op “AAN”
(pagina 17).
Opmerking:
R Als u een externe oproep ontvangt wanneer u
met de gecontroleerde handset
communiceert, hoort u 2 tonen. Druk op
M
N gevolgd door M
N als u de oproep
wilt aannemen.
n
Bij controle vanaf een buitenlijn:
Volg de instructies voor uw telefoon om een
oproep te beantwoorden.
Druk op #1 met toonkiezen als u wilt reageren
met de controlehandset.
U kunt de babyfoonfunctie uitschakelen door te
drukken op #0.
Opmerking:
R 2 minuten nadat de gecontroleerde handset
een gesprek start, wordt de communicatie
tussen de gecontroleerde handset en de
telefoonlijn voor controle automatisch
uitgeschakeld.
Overige programmering
De handsetnaam wijzigen
U kunt elke handset een specifieke naam geven
(“Bob”, “Keuken” enzovoort). Dit is handig voor
intercomgesprekken tussen handsets. U kunt ook
instellen of de naam van de handset al dan niet
zichtbaar moet zijn in stand-by. De
standaardinstelling is “NEE”. Als u “JA” selecteert
zonder een naam in te voeren voor de handset,
wordt “Handset 1” t/m “Handset 6”
weergegeven.
1
MMenuN (rechter functietoets) #104
2
Voer de gewenste naam in (maximaal 10
tekens).
3
MOKN
4
MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN 2 keer a M
N
Kiesrestrictie
U kunt ervoor zorgen dat vanaf bepaalde handsets
bepaalde telefoonnummers niet kunnen worden
gebeld. U kunt kiesrestrictie instellen voor maximaal
6 telefoonnummers en aangeven voor welke
handsets de restrictie geldt. Als u hier netnummers
opslaat, voorkomt u dat vanaf de beperkte
handsets een telefoonnummer met dat netnummer
kan worden gebeld.
32
Programmeren