Panasonic KXPRW120NL Operating Guide
3
MbN: “AAN” a MOKN
4
MbN: Selecteer de buitenlijn. a MBewerkenN
5
MMenuN a MbN: “Wijzigen” a MOKN
6
Bewerk indien nodig de naam. a MOKN
7
Bewerk indien nodig het telefoonnummer. a
MOKN 2 keer
MOKN 2 keer
Een extern controlenummer wissen
1
Druk op MMenuN op de handset die wordt
gecontroleerd.
gecontroleerd.
2
MbN: “Aan/uit” a MOKN
3
MbN: “AAN” a MOKN
4
MbN: Selecteer de buitenlijn. a MBewerkenN
5
MMenuN a MbN: “Wissen” a MOKN
6
MbN: “JA” a MOKN a M
N
Gevoeligheid babyfoon
U kunt de gevoeligheid van de babyfoon
aanpassen. Verhoog of verlaag de gevoeligheid
voor het bijstellen van het geluidsniveau voor het
activeren van de babyfoon.
R Deze functie kan niet worden ingesteld tijdens
aanpassen. Verhoog of verlaag de gevoeligheid
voor het bijstellen van het geluidsniveau voor het
activeren van de babyfoon.
R Deze functie kan niet worden ingesteld tijdens
een controle-oproep.
1
Druk op MMenuN op de handset die wordt
gecontroleerd.
gecontroleerd.
2
MbN: “Gevoeligheid” a MOKN
3
MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M
MOKN a M
N
De babyfoon beantwoorden
n
Bij controle met een handset:
Druk op M
Druk op M
N om oproepen te beantwoorden.
Druk op M
N als u wilt reageren met de
controlehandset.
R De controlehandset beantwoordt oproepen
R De controlehandset beantwoordt oproepen
Opmerking:
R Als u een externe oproep ontvangt wanneer u
R Als u een externe oproep ontvangt wanneer u
met de gecontroleerde handset
communiceert, hoort u 2 tonen. Druk op
communiceert, hoort u 2 tonen. Druk op
M
N gevolgd door M
N als u de oproep
wilt aannemen.
n
Bij controle vanaf een buitenlijn:
Volg de instructies voor uw telefoon om een
oproep te beantwoorden.
Druk op #1 met toonkiezen als u wilt reageren
met de controlehandset.
U kunt de babyfoonfunctie uitschakelen door te
drukken op #0.
Opmerking:
R 2 minuten nadat de gecontroleerde handset
Volg de instructies voor uw telefoon om een
oproep te beantwoorden.
Druk op #1 met toonkiezen als u wilt reageren
met de controlehandset.
U kunt de babyfoonfunctie uitschakelen door te
drukken op #0.
Opmerking:
R 2 minuten nadat de gecontroleerde handset
een gesprek start, wordt de communicatie
tussen de gecontroleerde handset en de
telefoonlijn voor controle automatisch
uitgeschakeld.
tussen de gecontroleerde handset en de
telefoonlijn voor controle automatisch
uitgeschakeld.
Overige programmering
De handsetnaam wijzigen
U kunt elke handset een specifieke naam geven
(“Bob”, “Keuken” enzovoort). Dit is handig voor
intercomgesprekken tussen handsets. U kunt ook
instellen of de naam van de handset al dan niet
zichtbaar moet zijn in stand-by. De
standaardinstelling is “NEE”. Als u “JA” selecteert
zonder een naam in te voeren voor de handset,
wordt “Handset 1” t/m “Handset 6”
weergegeven.
(“Bob”, “Keuken” enzovoort). Dit is handig voor
intercomgesprekken tussen handsets. U kunt ook
instellen of de naam van de handset al dan niet
zichtbaar moet zijn in stand-by. De
standaardinstelling is “NEE”. Als u “JA” selecteert
zonder een naam in te voeren voor de handset,
wordt “Handset 1” t/m “Handset 6”
weergegeven.
1
MMenuN (rechter functietoets) #104
2
Voer de gewenste naam in (maximaal 10
tekens).
tekens).
3
MOKN
4
MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN 2 keer a M
MOKN 2 keer a M
N
Kiesrestrictie
U kunt ervoor zorgen dat vanaf bepaalde handsets
bepaalde telefoonnummers niet kunnen worden
gebeld. U kunt kiesrestrictie instellen voor maximaal
6 telefoonnummers en aangeven voor welke
handsets de restrictie geldt. Als u hier netnummers
opslaat, voorkomt u dat vanaf de beperkte
handsets een telefoonnummer met dat netnummer
kan worden gebeld.
bepaalde telefoonnummers niet kunnen worden
gebeld. U kunt kiesrestrictie instellen voor maximaal
6 telefoonnummers en aangeven voor welke
handsets de restrictie geldt. Als u hier netnummers
opslaat, voorkomt u dat vanaf de beperkte
handsets een telefoonnummer met dat netnummer
kan worden gebeld.
32
Programmeren