Panasonic UF-8100 Instruction Manual

Page of 126
119
Aa
nha
ngse
l
Aanhangsel
Verklarende woordenlijst
10Base-T/100Base-TX
Een norm voor ethernet-kabels.
"10/100" verwijst naar de 10/100 Mpbs bandbreedte, "Base" naar de basisband van een 
enkel kanaal en "T" naar het "twisted pair" kabeltype.
De kabel is een zogenaamde UTP-kabel.
ADT (Automatische 
documenttoevoer)
Het mechanisme waarmee een stapel documentbladzijden pagina voorpagina in de scanner 
wordt ingebracht.
Afdelingscode
Voor deze functie moet de gebruiker vóór de verzendingeen vooraf ingestelde afdelingscode 
(maximaal 8 cijfers) invoeren. De afdelingsnaam van de gekozen afdelingscode wordt 
afgedrukt in de koptekst van elke verstuurde pagina, op het voorblad, op het 
communicatieverslag en op het individueel verzendingsverslag.
Afzenderkeuze
De gebruiker kan voor elke verzending één van de 24 voorgeprogrammeerde e-
mailadressen of telefoonnummers als afzender kiezen.
Bestand 
Een opdracht die in het geheugen van uw toestel is opgeslagen; voorbeeld: uitgestelde 
verrichtingen.
Capaciteit 
beeldgeheugen 
Dit is de grootte van het geheugen in uw toestel voor het opslaan van documenten. Alle 
pagina-afmetingen zijn gebaseerd op het ITU-T beeld nr. 1.
Cijferklavier
Een groep cijfertoetsen op het bedieningspaneel.
Cliënt
Clients zijn computers waarop programmatuur draait, waarmee een verbinding (vaak over 
een grote afstand) tot stand kan worden gebracht met server-software dat op een andere 
computer draait, met als doel het verkrijgen van gegevens.
Coderingsschema
De manier waarop faxtoestellen de gegevens comprimeren. Uw toestel gebruikt de 
codesystemen Modified Huffman (MH), Modified Read (MR), Modified Modified Read 
(MMR) en Joint Bi-level experts Group (JBIG).
Comm. Journaal
Verwijst naar het communicatieverslag of het relais-verzendingsverslag.
Contrast
De aftastgevoeligheid (licht of donker) van uw originele te verzenden pagina’s.
Controlestempel
Een door de gebruiker instelbare controlestempel kan worden aangebracht op gescande 
documenten die met succes verzonden zijn.
Direct SMTP
Maakt het voor internetfaxtoestellen mogelijk om binnen de firewall (intranet) rechtstreeks en 
zonder tussenkomst van een mailserver met elkaar te communiceren, zodat de mailserver 
kan worden ontlast.
DNS (Domain Name 
Server)
Het is de taak van de DNS-server om gegevens over domeinen op te slaan, zoals de Fully 
Qualified Domain Names (FQDN), en deze in TCP/IP-adressen te vertalen.
Domeinnaam
Een unieke naam waarmee een internetpagina geïdentificeerd kan worden.
Domeinnamen bestaan altijd uit tenminste 2 delen, die door punten van elkaar worden 
gescheiden.
Het gedeelte aan de linkerkant is altijd zeer specifiek, en dat aan de rechterkant altijd zeer 
algemeen.
Duplex scannen
De mogelijkheid om beide zijden van een dubbelzijdig origineel in te scannen voor 
verzending.
Vervolg op volgende blz...