Panasonic DP-180 Instruction Manual

Page of 196
155
Programmer
e
n
van
 uw 
toe
s
te
l
(2)
@sender tot @end
:
Definieert de afzenderinformatie die moet worden ingesteld in sectie (2) tussen 
blok @sender tot @end. Bewerk, wis of registreer maximaal 24 gebruikersnamen 
en hun e-mailadressen voor de afzenderselectie.(Zie blz. 112).
Scheid elk dataveld af met een kommapunt(;). (Indien de overige velden blanco 
moeten blijven, voegt u voor elk blanco veld een kommapunt (;) in)
De datastring voor elke Afzenderselectie moet worden gedefinieerd binnen een 
enkele regel.
De syntaxis is als volgt: <Afzenderselectienummer>;<Gebruikersnaam>;
 
<E-mailadres>
(a) 01 tot 24: Duidt de Afzenderselectienummers aan
(b) Gebruikersnaam (maximaal 25 tekens)
(c) E-mailadres (maximaal 60 tekens)
(3)
@select-domain tot @end :
Definieert de selecteerbare domeinen die moeten worden ingesteld in sectie (3) 
tussen blok @select-domain tot @end. Registreer maximaal 10 afwisselende 
domeinnamen die kunnen worden geselecteerd bij manuele invoer van e-
mailadressen (maximaal 30 tekens).
De syntaxis is als volgt: <Nummer>;<Domein>
(4)
@relay-domain tot @end
:
Definieert de domeinennamen die moeten worden ingesteld in sectie (4) tussen 
blok @relay-domain tot @end. Registreer maximaal 10 domeinnamen die toegang 
hebben gekregen tot uw internetfax voor een verzoek tot relaisverzending 
(maximaal 30 tekens).
(5)
@system tot @end
:
Definieert de internetparameters die moeten worden ingesteld in sectie (5) tussen 
blok @system tot @end. Registreer de volgende internetparameters.
(a) Standaarddomein (maximaal 50 tekens).
De syntaxis is als volgt: domein; <Standaarddomeinnaam>
(b) E-mailadres van manager (maximaal 60 tekens).
De syntaxis is als volgt: manager; <E-mailadres van manager>
(c) Relaisverzendingswachtwoord (maximaal 10 tekens).
De syntaxis is als volgt: relay; "<Relaisverzendingswachtwoord>". Het 
wachtwoord moet tussen aanhalingstekens " " staan, zoals afgebeeld in het 
bovengenoemde voorbeeld.
(d) Afstandswachtwoord (maximaal 10 tekens).
De syntaxis is als volgt: remote; "<Afstandswachtwoord>". Het wachtwoord 
moet tussen aanhalingstekens " " staan, zoals afgebeeld in het 
bovengenoemde voorbeeld.
(Let wel dat we voor het bovenstaande voorbeeld het e-mailadres van manager, 
het relaisverzendingswachtwoord en het afstandswachtwoord hebben gewijzigd)
(6)
@ldap tot @end
:
Definieert de LDAP-parameters die moeten worden ingesteld in sectie (6) tussen 
blok @ldap tot @end. Registreer de volgende internetparameters.
(a) LDAP-servernaam (maximaal 60 tekens).
De syntaxis is als volgt: server;<LDAP-servernaam>
(b) LDAP-login-naam (maximaal 40 tekens).
De syntaxis is als volgt: login;<LDAP-login-naam>
(c) LDAP-wachtwoord (maximaal 10 tekens).
De syntaxis is als volgt: password;"<LDAP-wachtwoord>". Het Wachtwoord 
moet tussen aanhalingstekens " " staan, zoals afgebeeld in het 
bovengenoemde voorbeeld.
(d) LDAP-zoekdatabase (maximaal 40 tekens).
De syntaxis is als volgt: base;<LDAP-zoekdatabase>
(7)
@mib tot @end
:
Definieert de MIB die moet worden ingesteld in sectie (7) tussen blok @mib tot 
@end. Registreer de volgende internetparameters.
(a) Groepsnaam(1) (maximaal 32 tekens).
De syntaxis is als volgt: com_name1;<Groepsnaam(1)>
(b) Groepsnaam(2) (maximaal 32 tekens).
De syntaxis is als volgt: com_name2;<Groepsnaam(2)>
(c) Apparaatnaam (maximaal 32 tekens).
De syntaxis is als volgt: device;<Apparaatnaam>
(d) Locatie apparaat (maximaal 32 tekens).
De syntaxis is als volgt: location;<Locatie apparaat>
(8)
:Deze kopregel moet worden gewist alvorens de e-mail naar uw toestel te zenden voor herprogrammering van de 
internetparameters.
(9)
De informatie na het "#"-teken wordt door uw toestel genegeerd, daarom mag u ze eventueel zo laten staan of 
wissen indien u dat wenst.