Panasonic DP-180 Instruction Manual
17
Eerste
ke
nn
is
making
me
t uw
to
es
te
l
Opmerking
2. De instellingen van functies kiezen (
) kunnen voor de huidige
communicatie tijdelijk worden gewijzigd. Na beëindiging worden deze parameters echter weer
ingesteld op hun standaardwaarde. U kunt de standaardwaarde van deze instellingen wijzigen
via de faxparameters. (Zie blz. 140)
ingesteld op hun standaardwaarde. U kunt de standaardwaarde van deze instellingen wijzigen
via de faxparameters. (Zie blz. 140)
3. Als faxparameternr. 43 niet op de stand "Geldig" is ingesteld, waardoor de functie gebruikt
zou kunnen worden, dan verschijnt de functie niet op de display. (Zie blz. 143)
7
8
9
COLOR
COLOR
REMOTE
REMOTE
COPY
COPY
FUNCTION
8
Functies instellen
1 = Gebruikersparameters
1 = Gebruikersparameters
(Zie blz. 132)
Datum & tijd
Logo
karakter ID Instel.
ID-nummer (faxnummer)
Tijdzone
(Internetparameters )
2 = Snel-/verkorte kiesnummers
Logo
karakter ID Instel.
ID-nummer (faxnummer)
Tijdzone
(Internetparameters )
2 = Snel-/verkorte kiesnummers
(Zie blz. 134)
3 = Programmeertoetsen
(Zie blz. 38)
4 = Faxparameters
(Zie blz. 140)
Functies kiezen (zie opmerking 3)
1 = Communicatieverslag = AAN/UIT/ONVOLLEDIG (Zie blz. 162)
2 = Ontvangstbevestiging internetfax = UIT/AAN
1 = Communicatieverslag = AAN/UIT/ONVOLLEDIG (Zie blz. 162)
2 = Ontvangstbevestiging internetfax = UIT/AAN
3 = Voorblad = UIT/AAN
(Zie blz. 82)
4 = Wachtwoordverzending = UIT/AAN
(zie opmerking 3)
5 = Geheugenontvangst = UIT/AAN/AFDRUKKEN
(Zie blz. 88)
6 = Bestandstype en -naam = TIFF/JPEG/PDF
7 = Stempel = UIT/AAN
8 = Grijsschaal = UIT/AAN
(Grijsschaal is alleen beschikbaar bij het
8 = Grijsschaal = UIT/AAN
(Grijsschaal is alleen beschikbaar bij het
faxene-mailen van PDF of JPEG-bestanden.)
9 = Geheugenverzending = UIT/AAN)
9 = Geheugenverzending = UIT/AAN)
(Zie blz. 24)
Werken met bestanden
1 = Bestandenlijst (afdrukken/bekijken)
1 = Bestandenlijst (afdrukken/bekijken)
(Zie blz. 100)
2 = Tijd/bestemming wijzigen
(Zie blz. 102)
3 = Bestand wissen
(Zie blz. 102)
4 = Bestand afdrukken
(Zie blz. 104)
5 = Document toevoegen
(Zie blz. 104)
6 = Onvolledig bestand opnieuw proberen
(Zie blz. 106)