Panasonic DP-180 Instruction Manual

Page of 196
191
Aanh
angs
el
Relaisadres
Een 3-cijferige code waarmee het toestel in een relaisnetwerk wordt geïdentificeerd.
Relaisnetwerk
Een groep van facsimile's die via een relaisstation met elkaar communiceren.
Relaisstation
Een bepaald type facsimile dat documenten kan opslaan en doorsturen naar een 
eindbestemming en/of een ander relaisstation in een netwerk.
Uw toestel kan geen dienst als relaisstation doen.
Relaisverzending
De verzending van een document naar een relaisstation die op zijn beurt het document naar 
de eindbestemming verzendt.
Resolutie
Heeft betrekking op het aantal per inch gescande of afgedrukte punten. De kwaliteit van het 
beeld neemt toe naarmate het aantal punten per inch toeneemt.
Rotatieverzending
Het document wordt 
 ingelegd, het beeld wordt 90º gedraaid en dan 
 
verzonden.
Router (gateway)
Een computer (of softwarepakket) met een speciaal doel, namelijk het verwerken van de 
verbindingen tussen 2 of meer netwerken.
Gateways zoeken voortdurend naar het adres van bestemming van de gegevenspakketten 
die ze ontvangen en bepalen welke route ze moeten afleggen.
Selectieve ontvangst
Functie die zo kan worden ingesteld dat het toestel alleen kan ontvangen van de toestellen 
die in de nummerkiezer zijn geprogrammeerd.
Server
Een computer of softwarepakket die een specifieke dienst verleent aan een zgn. client-
programma dat op een andere computer draait.
Er kunnen op één computer meerdere server-programma's actief zijn, zodat er voor de 
clients op het netwerk vele verschillende diensten beschikbaar zijn.
Slaapstand
De zuinigste bedrijfsstand van het toestel, complete uitschakeling uitgezonderd, die na een 
bepaalde periode van inactiviteit wordt ingeschakeld.
SMTP (Simple Mail 
Transfer Protocol)
Dit is het belangrijkste communicatieprotocol voor het verwerking van e-mail op internet.
Stroomspaarstand
Om het stroomverbruik van het toestel tijdens stand-by te verminderen stelt u de interval in 
waarna het verwarmingselement wordt uitgeschakeld.
Subadres
ITU-T richtlijn voor verdere routing, doorzending of relais van inkomende faxen.
Subadreswachtwoord 
ITU-T richtlijn voor bijkomende beveiliging dat overeenkomt met het subadres.
Subnetmasker
Een maskeringsbit voor het beheer van sub-segmenten van het netwerk, gedefinieerd met 
netwerkidentificatiecodes.
Tabbladen
Een individueel, uit 4 cijfers bestaand adres dat aan een adresregistratie is toegekend en 
waarmee een bepaald station in een relaisnetwerk wordt aangeduid.
TCP/IP (Transmission 
Control Protocol/Internet 
Protocol)
TCP/IP is een reeks protocollen die worden gebruikt om verbinding te maken met internet en 
brede netwerken.
Tekentoetsen
De toetsen die worden gebruikt om letters en symbolen in te voeren voor diverse 
programmeerfuncties.
TIFF-F (Tagged Image 
File Format)
Een indeling voor beeldbestanden om grafische gegevens soepel te kunnen uitwisselen 
tussen diverse apparaten.
Het coderingsschema van deze indeling ondersteunt dezelfde codering als Modified 
Huffman (MH) en uit meerdere pagina's opgebouwde beeldgegevens.
Vervolg op volgende blz...