Panasonic UF-8100 Instruction Manual

140

Een industriële norm die vergelijking van verzendsnelheid en capaciteiten van de 
faxtoestellen mogelijk maakt. 

Een regel informatie die door het verzendtoestel wordt meegestuurd en door het ontvang-
toestel boven elke bladzijde wordt afgedrukt. Hij geeft aan van waar de fax komt, naast 
andere gegevens zoals datum en uur van verzending.

Liquid Crystal Display. Display met vloeibare kristallen waarop uw toestel allerlei gegevens 
weergeeft.

Een geprogrammeerde codenaam van maximum 16 alfanumerieke tekens die dienst doen 
als "identiteitskaart" van uw toestel.

De geprogrammeerde bedrijfs- of identificatienaam van maximaal 25 alfanumerieke tekens.

Een modus waarbij de gebruiker moet tussenkomen om een binnenkomend document te 
ontvangen.

U kunt voor verzending één van 25 voorgeprogrammeerde logo's selecteren.

Toestel dat signalen van uw toestel omzet in signalen die via een telefoonlijn kunnen worden 
overgebracht.

De mogelijkheid om eenzelfde reeks documenten naar een geprogrammeerd aantal 
plaatsen te verzenden.

Alfanumerieke identificatie die voor elk telefoonnummer of e-mailadres in de automatische 
nummerkiezer geprogrammeerd kan worden.

De lijst met de namen van in het toestel geprogrammeerde bestemmingen.

De mogelijkheid om volledige telefoonnummers of e-mailadressen met een enkele 
toetsaanslag te kiezen.

De mogelijkheid om volledige telefoonnummers of e-mailadressen te kiezen door naar een 
in het adresboek opgenomen bestemming te zoeken.

Rechtstreekse keuze van telefoonnummers vanop het faxgedeelte, dus met de 
telefoonhoorn ingehaakt.

Rechtstreekse keuze van telefoonnummers vanop het telefoongedeelte, nadat men de 
hoorn heeft afgehaakt.

Een wachtwoord met 4 cijfers dat vóór de ontvangst van een document wordt vereist om in 
te voeren.

In een relaisnetwerk is dit het station waar het oorspronkelijke document vandaan komt.

Opgeslagen documenten Documenten die werden ingescand en nu in het geheugen van uw toestel zijn opgeslagen.

Uitwisseling van een aantal controlesignalen tussen zender en ontvanger. Deze signalen 
bepalen de omstandigheden waarin communicatie kan plaatsvinden.

Documenten die te lang zijn kunnen verkleind worden om automatisch afgedrukt te worden 
op twee pagina's met een overlappende strook van ong. 13 mm.

Elektronische beeldverbeteraar die welbepaalde patronen creëert om de afdrukkwaliteit te 
verbeteren.