Fujifilm FinePix JV200 User Guide

Page of 110
81
Probleemoplossing
Problemen en oplossingen
Probleem
Probleem
Oplossing
Oplossing
Gezichten worden niet 
Gezichten worden niet 
herkend.
herkend.
• •  Het gezicht van het onderwerp wordt verborgen door een zonnebril, hoed, lang haar, e.d.
Het gezicht van het onderwerp wordt verborgen door een zonnebril, hoed, lang haar, e.d.: : 
Verwijder alle obstructies. 
Verwijder alle obstructies. 
• •  Het gezicht van het onderwerp beslaat slechts een minuscuul deel van het beeld
Het gezicht van het onderwerp beslaat slechts een minuscuul deel van het beeld: Pas de 
: Pas de 
compositie zo aan dat het gezicht van het onderwerp een groter deel van het beeld beslaat (
compositie zo aan dat het gezicht van het onderwerp een groter deel van het beeld beslaat (
P
P 26).
 26).
• •  Het onderwerp houdt het hoofd schuin of zelfs horizontaal
Het onderwerp houdt het hoofd schuin of zelfs horizontaal: Vraag het onderwerp het hoofd 
: Vraag het onderwerp het hoofd 
rechtop te houden.
rechtop te houden.
• •  De camera wordt schuin gehouden
De camera wordt schuin gehouden: Houd de camera recht (
: Houd de camera recht (
P
P 17).
 17).
• •  Het gezicht van het onderwerp is onderbelicht
Het gezicht van het onderwerp is onderbelicht: Fotografeer bij voldoende licht. 
: Fotografeer bij voldoende licht. 
Er is een verkeerd onder-
Er is een verkeerd onder-
werp gekozen.
werp gekozen.
Het gekozen onderwerp bevindt zich dichter bij het midden van het scherpstelframe dan het belangrijk-
Het gekozen onderwerp bevindt zich dichter bij het midden van het scherpstelframe dan het belangrijk-
ste onderwerp. Pas de compositie aan of schakel gezichtsdetectie uit en gebruik scherpstelvergrendeling 
ste onderwerp. Pas de compositie aan of schakel gezichtsdetectie uit en gebruik scherpstelvergrendeling 
((
P
P 26).
 26).
De fl itser fl itst niet.
De fl itser fl itst niet.
• •  De fl itser is niet beschikbaar in de huidige opnamestand
De fl itser is niet beschikbaar in de huidige opnamestand: Selecteer een andere opnamestand 
: Selecteer een andere opnamestand 
((
P
P 20).
 20).
• •  De batterij is leeg
De batterij is leeg: Laad de batterij (
: Laad de batterij (
P
P 6) op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
 6) op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
P
P 8).
 8).
• •  De stand continu fotograferen van de camera is ingeschakeld
De stand continu fotograferen van de camera is ingeschakeld: Stel 
: Stel 
R
R
  CONTINU
CONTINU in op 
 in op 
UIT
UIT ( (
P
P 60).
 60).
• •  De stille stand van de camera is geactiveerd
De stille stand van de camera is geactiveerd: Zet de stille stand uit (
: Zet de stille stand uit (
P
P 68).
 68).
• •  De fl itser is uitgeschakeld (
De fl itser is uitgeschakeld (
P
P)): Selecteer een andere fl itsstand (
: Selecteer een andere fl itsstand (
P
P 30).
 30).
Sommige fl itsstanden zijn 
Sommige fl itsstanden zijn 
niet beschikbaar.
niet beschikbaar.
• •  De gewenste fl itsstand is niet beschikbaar in de huidige opnamestand
De gewenste fl itsstand is niet beschikbaar in de huidige opnamestand: Selecteer een andere 
: Selecteer een andere 
opnamestand (
opnamestand (
P
P 20).
 20).
• •  De stille stand van de camera is geactiveerd
De stille stand van de camera is geactiveerd: Zet de stille stand uit (
: Zet de stille stand uit (
P
P 68).
 68).
Het onderwerp wordt niet 
Het onderwerp wordt niet 
volledig door de fl itser 
volledig door de fl itser 
verlicht.
verlicht.
• •  Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de fl itser
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de fl itser: Breng het onderwerp dichterbij 
: Breng het onderwerp dichterbij 
((
P
P 95).
 95).
• •  Het venster van de fl itser is bedekt
Het venster van de fl itser is bedekt: Houd de camera op de juiste wijze vast (
: Houd de camera op de juiste wijze vast (
P
P 17).
 17).
De foto’s zijn bewogen.
De foto’s zijn bewogen.
• •  De lens is vuil
De lens is vuil: Maak de lens schoon (
: Maak de lens schoon (
P
P  78).
  78).
• •  Er bevindt zich een obstructie voor de lens
Er bevindt zich een obstructie voor de lens: Houd geen voorwerpen of vingers voor de lens 
: Houd geen voorwerpen of vingers voor de lens 
((
P
P 17).
 17).
• • 
s
s verschijnt tijdens het fotograferen en het scherpstelframe wordt rood
 verschijnt tijdens het fotograferen en het scherpstelframe wordt rood: Controleer de 
: Controleer de 
scherpstelling voordat u de opname maakt (
scherpstelling voordat u de opname maakt (
P
P 84).
 84).
• • 
k
k verschijnt tijdens het fotograferen
 verschijnt tijdens het fotograferen: Gebruik de fl itser of een statief (
: Gebruik de fl itser of een statief (
P
P 31).
 31).