Fluke Fluke 4325181 User Manual

Product codes
4325181
Page of 56
1625-2 
Gebruiksaanwijzing 
28 
Opmerkingen voor het plaatsen van aardingspennen: 
Voordat u de aardingspennen voor de probe en de hulpaardelektroden plaatst, dient u 
ervoor te zorgen dat de probe buiten de spanningstrechter (potentiaalgradiënt) van de 
aardelektrode en van de hulpaardelektrode wordt geplaatst. Normaal gesproken bereikt u 
een dergelijke situatie door een afstand van > 20 m tussen de aardelektrode en de 
aardingspennen alsook tussen de aardingspennen onderling te bewaren. Aan de hand 
van een nieuwe meting kan, na verplaatsing van de hulpaardelektrode of probe, de 
betrouwbaarheid van de resultaten worden gecontroleerd. Als het resultaat onveranderd 
blijft, is de afstand voldoende. Als de meetwaarde afwijkt, moet de probe of 
hulpaardelektrode worden verplaatst tot meetwaarde R
E
 constant blijft. De draden van de 
pennen mogen zich niet te dicht bij elkaar bevinden. 
1.  Breng de stroomtang/-transformator aan de volgende mastvoet aan.  
2.  Herhaal de meetsequentie. 
Daarbij moeten het voedingspunt van de meetstroom (krokodillenklem) en de 
polariteit van de split-core-stroomtransformator ongewijzigd worden gelaten. 
Nadat de waarde van R
Ei
 voor elke mastvoet is bepaald, moet de feitelijke 
aardingsweerstand R
E
 worden berekend: 
4
3
2
1
1
1
1
1
1
E
E
E
E
E
R
R
R
R
R
+
+
+
=
 
Opmerking 
Als ondanks een correcte oriëntering van de stroomtang/-transformator de 
weergegeven waarde van R
E
 negatief is, stroomt een deel van de 
meetstroom omhoog in de constructie van de mast. De effectieve 
aardingsweerstand kan correct worden berekend door de afzonderlijke 
vervangingsweerstanden (rekening houdend met hun polariteit) in de 
bovenstaande vergelijking op te nemen. 
Meting van gemiddelde waarde: 
Als na een testsequentie de waarschuwing "MEASURED VALUE UNSTABLE" 
(meetwaarde instabiel, zie tabel 5) op het display verschijnt, is er waarschijnlijk sprake 
van sterk storende signalen, zoals instabiele ruisspanning. 
Voor betrouwbare waarden kan met het instrument gedurende een langere periode een 
meting worden uitgevoerd en dan hiervan de gemiddelde waarde worden genomen: 
1.  Selecteer een vaste frequentie (zie Regelkring). 
2.  Houd de knop "START TEST" ingedrukt tot de waarschuwing "MEASURED VALUE 
UNSTABLE" (meetwaarde instabiel) verdwijnt. De maximale te middelen periode is 
circa 1 minuut.