Reely RtF 510 mm Bimot Data Sheet

Als de stuurknuppel voor de richtingsroer- en hoogteroerfunctie en de digitale trimming van de stuurfuncties precies 

in de middelste stand staan, moet het richtingsroer (afbeelding 13, pos. 1), het hoogteroer (afbeelding 13, pos. 2) 

eveneens precies in de middelste stand staan. 
Van achter gezien, moeten richtings- en hoogteroeren samen met de besturing een vlak vormen en mogen niet naar 

boven, onder, links of rechts uitgeslagen zijn. 

Als richtings- en hoogteroer ondanks trimming aan de zender niet precies zijn afgesteld, kan vb. met behulp van de 

buiging in de stuurdraad het richtingsroer (afbeelding 14, pos. 1), resp. hoogteroer (afbeelding 14, pos. 3) nauwkeurig 

worden afgesteld. 
Indien nodig kan de buiging worden samengedrukt of een beetje groter worden gemaakt. Gebruik daarvoor een kleine 

punttang of een pincet en werk volgens uw aanvoelen.

  In afbeelding 14, pos. 2 (richtingsroer), resp. afbeelding 14, pos. 4 (hoogteroer) ziet u bij de roerbesturing de 

aan de roerhoorn vastgeklikte stuurdraad. Voor geoefende piloten die wat meer uitslag aan het richtings- of 

hoogteroer wensen, kan hiervoor met een spitse tang en de nodige fijngevoeligheid in de plaats van de

fabrieksinstelling (telkens langs buiten vastgeklikt) de stuurkabel binnen inklikken (zie pijl).