Asustor AS-606T Data Sheet
Gebruikershandleiding ASUSTOR NAS
Pagina 12 van 52
2.2.
Services
Hier kunt u aan netwerk gerelateerde services, zoals FTP-server, Webserver en MySQL-server,
configureren.
2
2
.
.
2
2
.
.
1
1
.
.
W
W
i
i
n
n
d
d
o
o
w
w
s
s
Nadat u Windows File Service hebt ingeschakeld, krijgt u toegang tot uw NAS via een
Windows-besturingssysteem (bijv. Windows 7). Windows File Service staat ook bekend als
CIFS of SAMBA. Als u Windows Active Directory gebruikt (hierna “AD” genoemd), kunt u
CIFS of SAMBA. Als u Windows Active Directory gebruikt (hierna “AD” genoemd), kunt u
uw NAS toevoegen aan uw AD-domein.
Werkgroep: dit is de werkgroep op uw LAN-netwerk waarbij uw NAS hoort.
Lokale masterbrowser: nadat u deze optie hebt ingeschakeld, verzamelt uw NAS,
vanaf uw LAN-netwerk, de namen van alle andere computers in zijn werkgroep.
vanaf uw LAN-netwerk, de namen van alle andere computers in zijn werkgroep.
Herinnering: het inschakelen van deze functie kan verhinderen dat uw harde
schijf in stand-by gaat.
schijf in stand-by gaat.
Over Windows Active Directory
Nadat het toevoegen van uw NAS aan uw AD-domein is gelukt, kunt u de
toegangsrechten configureren via de instellingen
toegangsrechten configureren via de instellingen
2.4
). AD-gebruikers kunnen vervolgens hun eigen AD-accounts gebruiken
om aan te melden en toegang te krijgen tot hun NAS.
M
M
e
e
e
e
r
r
i
i
n
n
f
f
o
o
r
r
m
m
a
a
t
t
i
i
e
e
2
2
.
.
2
2
.
.
2
2
.
.
M
M
a
a
c
c
O
O
S
S
X
X
Na het inschakelen van de Mac OS X-bestandsservice, kunt u via elk Mac OS X-
besturingssysteem (bijv. Mac OS X v10.7) toegang tot uw NAS krijgen. Dit
bestandsoverdrachtsprotocol wordt AFP (Apple Filing Protocol) genoemd. U kunt ook Time
Machine gebruiken om op uw NAS een back-up te maken van uw gegevens.
bestandsoverdrachtsprotocol wordt AFP (Apple Filing Protocol) genoemd. U kunt ook Time
Machine gebruiken om op uw NAS een back-up te maken van uw gegevens.
Apple Filing Protocol (AFP): dit is het protocol dat wordt gebruikt wanneer bestanden
worden overgedragen tussen Mac OS X en LAN-netwerken. Ga naar de Finder, klik in
worden overgedragen tussen Mac OS X en LAN-netwerken. Ga naar de Finder, klik in
het menu Finder op “Ga” en selecteer “Verbinden met server”. Hiermee opent u het
dialoogvenster Verbinden met server. Hier kunt u het IP-adres waarmee u een
dialoogvenster Verbinden met server. Hier kunt u het IP-adres waarmee u een
verbinding wilt maken, invoeren.