Arexx Minesweeper kit ARX-MNP55 ARX-MNP55 ARX-MNP55 User Manual
Product codes
ARX-MNP55
if ((PIND & (1<<2)) == 0) oscillation = TRUE;
}
// If oscillator is running, no metal object is within
// If oscillator is running, no metal object is within
// range, so LED should be off
if (oscillation) FrontLED(OFF); else FrontLED(ON);
if (oscillation) FrontLED(OFF); else FrontLED(ON);
}
return 0;
return 0;
}
Dit programma zorgt ervoor, dat de LED uitgaat, als de oscillator werkt. Afhankelijk van de
toegepaste detectiemethode (uitdemping van de oscillaties of verandering van de oscillatie-
frequentie) moet men verschillende ijkingsprocedures volgen. Allereerst demonstreren wij de ijking
voor de eenvoudige methode, d.w.z. uitdemping van de oscillaties, die ook voor testprocedures (met
behulp van het bovenstaande programma) bij voorkeur wordt toegepast.
Als na het inschakelen de rode LED op de uitbreidingsprint niet oplicht, moet je de spindel-trimmer
zo ver naar rechts draaien, dat de LED wel oplicht. De trimmer kan tien omwentelingen in een
richting volgen en wordt ook dan niet beschadigd, als je nog verder draait. Als de tien
omwentelingen voorbij zijn en er gebeurt niets, dan is er iets mis en moet je de fout door debugging
opsporen en verhelpen...
Lukt het echter wel de LED te laten branden, dan plaats je de robot op een verhoging, die
gegarandeerd vrij van metaal moet zijn, bijv. een plastic of houten kist, of een tafeltje zonder
spijkers, respectievelijk schroeven in de buurt van de robot ...) en draai je de spindel-trimmer zover
naar links, dat de LED helemaal uitdooft. Het kan nodig zijn, deze ijkprocedure later nogmaals te
herhalen, omdat de temperatuur en de variatie van de batterijspanning het oorspronkelijk
nauwkeurig ingestelde werkpunt hebben laten verschuiven. Hoe nauwkeuriger men de ijking
doorvoert, des te gevoeliger reageert de sensor, maar des te vaker moet men de ijking herhalen.
Als je nu met een metalen object (een schroevendraaier, o.i.d.) de ping-pong bal benadert, dan moet
– op zijn minst bij aanraking – de LED weer oplichten.
De sensor is nu zo gevoelig, dat deze ook kleine stukjes aluminiumfolie door karton heen kan
opsporen.
Indien je nu de verandering van de frequentie wilt meten, dan moet je de sensor in de kant-en-klaar
voorbereide applicatie ijken. Daarbij wordt de robot aan het maximaal te verwachten sensorsignaal
blootgesteld (d.w.z. het metalen voorwerp of de metalen oppervlakte wordt zo dicht mogelijk
benaderd) en de trimmer zo ver naar links gedraaid, dat ook dan de LED niet uitdooft. Voor deze
demonstratie kan men het navolgende programma toepassen (MinesweeperTest2):
toegepaste detectiemethode (uitdemping van de oscillaties of verandering van de oscillatie-
frequentie) moet men verschillende ijkingsprocedures volgen. Allereerst demonstreren wij de ijking
voor de eenvoudige methode, d.w.z. uitdemping van de oscillaties, die ook voor testprocedures (met
behulp van het bovenstaande programma) bij voorkeur wordt toegepast.
Als na het inschakelen de rode LED op de uitbreidingsprint niet oplicht, moet je de spindel-trimmer
zo ver naar rechts draaien, dat de LED wel oplicht. De trimmer kan tien omwentelingen in een
richting volgen en wordt ook dan niet beschadigd, als je nog verder draait. Als de tien
omwentelingen voorbij zijn en er gebeurt niets, dan is er iets mis en moet je de fout door debugging
opsporen en verhelpen...
Lukt het echter wel de LED te laten branden, dan plaats je de robot op een verhoging, die
gegarandeerd vrij van metaal moet zijn, bijv. een plastic of houten kist, of een tafeltje zonder
spijkers, respectievelijk schroeven in de buurt van de robot ...) en draai je de spindel-trimmer zover
naar links, dat de LED helemaal uitdooft. Het kan nodig zijn, deze ijkprocedure later nogmaals te
herhalen, omdat de temperatuur en de variatie van de batterijspanning het oorspronkelijk
nauwkeurig ingestelde werkpunt hebben laten verschuiven. Hoe nauwkeuriger men de ijking
doorvoert, des te gevoeliger reageert de sensor, maar des te vaker moet men de ijking herhalen.
Als je nu met een metalen object (een schroevendraaier, o.i.d.) de ping-pong bal benadert, dan moet
– op zijn minst bij aanraking – de LED weer oplichten.
De sensor is nu zo gevoelig, dat deze ook kleine stukjes aluminiumfolie door karton heen kan
opsporen.
Indien je nu de verandering van de frequentie wilt meten, dan moet je de sensor in de kant-en-klaar
voorbereide applicatie ijken. Daarbij wordt de robot aan het maximaal te verwachten sensorsignaal
blootgesteld (d.w.z. het metalen voorwerp of de metalen oppervlakte wordt zo dicht mogelijk
benaderd) en de trimmer zo ver naar links gedraaid, dat ook dan de LED niet uitdooft. Voor deze
demonstratie kan men het navolgende programma toepassen (MinesweeperTest2):
#include "asuro.h"
#include <stdio.h>
#include <stdio.h>
extern volatile unsigned char count72kHz;
int main(void)
{
unsigned char oldlevel=0, newlevel;
unsigned char oldlevel=0, newlevel;
unsigned int freq;
int i;
int i;
char s[9];
Init();
Init();
DDRD &= ~(1<<2); // Change Port D Pin 2 to input
StatusLED(OFF);
while(1)
while(1)
{
freq=0;