Elro HA68S Data Sheet

Page of 34
-19-
-46-
NL
NL
Als je de DIP1 & DIP2 naar 'Af' zet, blijft enkel het interne contact actief. Als 
twee contacten tegelijkertijd gebruikt worden voor interne en externe 
verbinding, wordt één activatie geteld als een van de contacten geopend 
wordt; als beide contacten moeten gesloten worden, beschouwt de Detector 
hen als gesloten.
3. Als alleen externe contacten aangesloten worden op de Detector, zet de DIP1 
in 'Af' en de DIP2 in 'Aan'. 
BELANGRIJK: Als externe contacten niet aangesloten worden, zet de DIP1 in 
'Aan' en de DIP2 in 'Af' om de Detector correct te laten werken. 
4. Om te communiceren met het Bedieningspaneel moet het Bedieningspaneel 
de ID-code van de detector leren. Als je drukt op de sabotageknop naast de 
PCB op de Detector, wordt de ID-code onmiddellijk naar het Bedieningspaneel 
verzonden. Het Bedieningspaneel staat wel in de Zone instellen-modus.
DE MAGNEETCONTACTEN TESTEN
Zorg ervoor dat het systeem in Testmodus staat. 
1. Gebruik        en       knoppen om het menu te doorlopen totdat 'WALKTEST
verschijnt.
Druk op        om de Looptest te activeren. 'WALKTEST WAITING…' 
verschijnt.
2. Verwijder het batterijdeksel door het eraf te schuiven. 
Als het batterijdeksel verwijderd wordt, licht de LED op de Detector ongeveer 
1 seconde op om aan te tonen dat de sabotageknop geactiveerd wordt. 
Bovendien biept het Bedieningspaneel om aan te duiden dat een alarmsignaal 
ontvangen werd en naam van de detector op het scherm.
3. Open de deur/het venster om de magneet los te maken van de Detector. Als 
de magneet los is van de Detector, licht de LED ongeveer 1 seconde op om 
aan te duiden dat de Detector is aangegaan. Bovendien biept het Bedienings-
paneel om aan te duiden dat een alarmsignaal ontvangen werd en de 
identiteit van de zone waarvoor de Detector is ingesteld, verschijnt. 
Opmerking: In normale werking flitst de LED op de Detector niet op bij 
waarneming van een beweging, (tenzij de batterij leeg is).
4. Indien aangesloten gebruik je het externe Magneetcontact. Als het  contact 
geopend wordt, licht de LED ongeveer 1 seconde op om aan te duiden dat de 
Detector is aangegaan en het Bedieningspaneel geeft weer aan dat het 
signaal ontvangen is. 
5. Plaats het batterijdeksel terug op de Detector. 
6. Druk op        om terug te keren naar het bovenste menu van de TESTMODUS.
CONTROLE MET TELEFOON OP AFSTAND
Doorloop het menu totdat ':4-3 Remote TEL Control Setup verschijnt en druk 
op       .
Standaardinstelling: AAN
Om de instelling te veranderen, druk op       .
Druk op       om de controle met telefoon op afstand in te schakelen. 
Druk op       om de controle met telefoon op afstand uit te schakelen
AANTAL OPROEPEN KIEZEN  
Deze mogelijkheid beheert het aantal gekozen oproepen via de aangesloten 
telefoonlijn. 
Standaardinstelling: één oproep
Doorloop het menu totdat ':2 Remote Type verschijnt en druk op       .
Om de instelling te veranderen, druk op       .
Doorloop de beschikbare opties:One Call & Double Call(Een gesprek & dubbel 
gesprek) totdat de gewenste instelling verschijnt.
EEN OPROEP (ONE CALL)
Het aantal ringtonen voor het Bedieningspaneel moet groter zijn dat dat van het 
ingestelde aantal ringtonen. Hierdoor beantwoordt het bedieningspaneel het 
gesprek en zendt dit drie bieps op de telefoonlijn voor een Gebruikerspaswoord 
dat ingegeven moet worden via het telefoontoetsenbord. 
DUBBELE OPROEP (DOUBLE CALL)
Dit kenmerk is geschikt voor gebruik bij een fax of antwoordapparaat die exterb 
aangesloten is op een Bedieningspaneel. De procedure gaat als volgt: 
1. Bel naar het systeem en hang op na twee ringtonen. 
2. Bel terug naar het systeem binnen 28s maximum (14s minimum); de
interval tussen de ringtonen moet gebeuren op 13s. Dan neemt het systeem 
op na 1 ringtoon. 
Opmerking: De maximum en minimum periode om het systeem terug te 
bellen, hangt af van de interval tussen de ringtonen die je hebt ingevoerd. Zie
naar 'INTERVAL VAN RINGTONEN VOOR DUBBEL GESPREK' voor beter
begrip.
3. Geef de Gebruikerspincode als gewoonlijk in. 
AANTAL RINGTONEN VOOR EEN GESPREK 
Het aantal ringtonen voor een gesprek moet ingesteld worden binnen 2-9.