Garmin GPSMAP 500-SERIE User Manual

Page of 72
Gebruikershandleiding GPSMAP
 
®
 500-serie 

K
AArten
 
gebruIKen
 
Koerslijn: de boeglijn wordt doorgetrokken in uw reisrichting.
•  Uit: hiermee schakelt u de koerslijn uit.
•  Afstand: geeft de afstand tot het einde van de koerslijn weer.
•  Tijd: de benodigde tijd voor het bereiken van het einde van de 
koerslijn.
Kaartgrenzen: schakel bij het laden van BlueChart g2 Vision-kaarten 
de kaartgrenzen in als u wilt zien welk gebied een kaart bestrijkt.
Tracks: tracks op de kaart verbergen (uit) of weergeven (aan).
Uiterlijk: hiermee past u de weergave van de items op de kaart aan.
Het uiterlijk van de kaart wijzigen
Selecteer in het startscherm 
Kaarten
 > 
Kaart instellen
 > 
Uiterlijk
.
detail: hiermee stelt u in hoeveel details op de kaart worden 
weergegeven.
Druk de 
tuimelschakelaar
 
naar rechts om 
het kaartdetail te 
verhogen.
Druk de 
tuimelschakelaar
 
naar links om 
het kaartdetail te 
verlagen.
foto’s: de satellietbeelden met hoge resolutie in- of uitschakelen of 
 voor meer informatie.)
Omgevingsdiepte: dieptepeilingen in- en uitschakelen en een 
gevaarlijke diepte instellen.
Lichtsectoren: de weergave van lichtsectoren op de kaart aanpassen.
Symbolen: hiermee selecteert u de symbolen voor de 
navigatiehulpmiddelen (NOAA of IALA).
Symboolgrootte: hiermee kunt u de grootte van de symbolen op de 
kaart aanpassen.