Garmin GPSMAP 500-SERIE User Manual

Page of 72
30 
Gebruikershandleiding GPSMAP
 
®
 500-serie
h
et
 
AppArAAt
 
confIgureren
Communicatie-instellingen configureren
Om de instellingen voor communicatie te wijzigen, selecteert u in het 
startscherm 
Configureer
 > 
Communicatie
.
Seriële poort 1/Seriële poort 2: hiermee selecteert u de invoer-
/uitvoer-indeling voor de aansluiting van uw apparaat op externe 
NMEA-apparaten, een pc of andere Garmin-apparaten.
•  garmin gegevensoverdracht: dit is de merkgebonden indeling 
waarmee u via een pc of een ander Garmin-apparaat gegevens 
kunt uploaden, downloaden of uitwisselen.
•  garmin externe sonar: hiermee kunt serieel verbinding maken 
met een Garmin GSD 21 of GSD 22.
•  NMEA in/NMEA uit: ondersteunt de in- en uitvoer van 
standaard NMEA 0183-gegevens en DSC, en biedt ondersteuning 
aan NMEA-invoer van de DPT-, MTW- en VHW-zinnen voor 
sonar. 
•  NMEA hoge snelheid: ondersteunt de in- of uitvoer van 
standaard 0183-gegevens voor de meeste AIS-ontvangers.
•  geen: er worden geen koppelingsmogelijkheden geboden.
NMEA instellen: hiermee schakelt u de NMEA-uitvoerzinnen voor de 
peiler, de route, het systeem en de Garmin NMEA-instellingen in of uit.
NMEA-uitvoerzinnen in- of uitschakelen:
1.  Selecteer in het startscherm
Configureer
>
Communicatie
>
NMEA instellen
.
2.  Selecteer de instelling (
Sounder
,
Route
,
Systeem
of
Garmin
).
3.  Selecteer een NMEA-uitvoerzin.
4.  Selecteer
Uit
of
Aan
om NMEA-uitvoerzinnen respectievelijk
uit- of in te schakelen.
precisie pos.: hiermee selecteert u het aantal decimalen (
Twee cijfers
drie cijfers
 of 
Vier cijfers
) dat wordt gebruikt bij de overdracht van 
NMEA-uitvoer.
Waypoint: hiermee selecteert u op welke wijze het apparaat waypoints 
weergeeft (
Namen 
of 
Cijfers
).