Husqvarna 140 Manual De Usuario

Descargar
Página de 420
ONDERHOUD
194 – Dutch
1154580-38 Rev.1 2011-12-05
Deze factoren veroorzaken afzettingen op de elektroden 
van de bougie, wat tot motordefecten en 
startmoeilijkheden kan leiden.
Wanneer de machine te weinig vermogen heeft, moeilijk 
start of onregelmatig onbelast draait, dient u altijd eerst de 
bougie te controleren voor u andere maatregelen neemt. 
Maak de bougie schoon als ze verstopt is en controleer of 
de afstand tussen de elektroden 0,5 mm bedraagt. De 
bougie moet na een maand gebruik, of eerder indien 
nodig, vervangen worden. (102)
Let op! Gebruik steeds het correcte bougietype! Andere 
types kunnen de zuiger/cilinder beschadigen. Zorg ervoor 
dat de bougie zog. radio-ontstoring heeft.
Neuswiel van het zaagblad 
smeren
Het neuswiel van het zaagblad moet bij elke tankbeurt 
gesmeerd worden. Gebruik een hiervoor bedoelde 
smeerspuit en lagervet van goede kwaliteit. (103)
Naaldlager smeren
De koppelingstrommel is voorzien van een naaldlager op 
de uitgaande as. Dit naaldlager moet regelmatig worden 
gesmeerd.
Bij het smeren wordt het koppelingsdeksel gedemonteerd 
door de twee moeren van het zaagblad los te draaien. Leg 
de zaag op zijn zijkant neer, met de koppelingstrommel 
omhoog.
U smeert door motorolie in het midden van de 
koppelingstrommel te druppelen terwijl de 
koppelingstrommel wordt gedraaid. (104)
Koelsysteem
Om de werktemperatuur zo laag mogelijk te houden, is de 
machine uitgerust met een koelsysteem.
Het koelsysteem bestaat uit:
1
Luchtinlaat in de starter.
2
Luchtgeleidingsrail.
3
Ventilatorschoepen op het vliegwiel.
4
Koelflenzen op de cilinder.
5
Cilinderkap (leidt de koellucht naar de cilinder). (105)
Maak het koelsysteem één keer per week schoon met 
een borstel; dit moet vaker gebeuren wanneer u in 
moeilijke omstandigheden werkt. Een vuil of verstopt 
koelsysteem leidt tot oververhitting van de machine 
waardoor de cilinder en zuiger beschadigd kunnen 
worden.
Centrifugaal reinigen ”Air 
Injection”
Centrifugaal reinigen houdt het volgende in: Alle lucht 
naar de carburateur gaat door de starter. Vuil en stof 
worden weggeblazen door de koelventilator. (106)
BELANGRIJK! Om de werking van de 
centrifugaalreiniging niet in gevaar te brengen, moet hij 
goed onderhouden worden. Maak de luchtinlaat van de 
starter, de ventilatorschoepen van het vliegwiel, de ruimte 
rond het vliegwiel, de inlaatpijp en de carburateurruimte 
schoon.
Gebruik in de winter
Wanneer de machine wordt gebruikt bij kou of sneeuw 
kunnen storingen in de werking optreden die worden 
veroorzaakt door:
Een te lage motortemperatuur.
Ijsvorming op luchtfilter en bevriezing in de 
carburateur.
Men dient daarom speciale maatregelen te treffen, zoals:
De luchtinlaat van de starter verminderen en zo de 
werktemperatuur van de motor verhogen.
Temperaturen van -5
°°°°
C of lager
Voor werken met de machine bij lage temperaturen of in 
poedersneeuw, is er een speciaal deksel verkrijgbaar dat 
op het huis van het startapparaat wordt gemonteerd. 
Hierdoor wordt de koude luchtstroom gereduceerd en 
voorkomt men dat er grote hoeveelheden sneeuw naar 
binnen worden gezogen. (107)
Onderdeelnummer 505 45 04-01.
N.B.! Indien een speciale winterset is gemonteerd of er 
maatregelen getroffen zijn om de motortemperatuur te 
verhogen, moet de afstelling weer worden aangepast als 
de machine onder normale omstandigheden wordt 
gebruikt. Anders is er risico op oververhitting, waardoor 
de motor ernstig beschadigd kan worden.
BELANGRIJK! Al het overige onderhoud dat niet in dit 
handboek wordt genoemd moet uitgevoerd worden door 
een erkende werkplaats (dealer).