Cisco Systems E3000 Manual De Usuario

Descargar
Página de 53
25
High Performance Wireless-N router
Linksys E3000
Hoofdstuk 2: Geavanceerde configuratie
2 .  Geef een naam voor het beleid op in het daarvoor bestemde 
veld . 
3 .  Als  u  dit  beleid  wilt  inschakelen,  selecteert  u  Enabled 
(Ingeschakeld) .
4 .  Klik op Edit List (Lijst bewerken) om te selecteren op welke 
computers  het  beleid  van  kracht  zal  zijn .  Het  scherm  List of 
PCs
  (Overzicht  van  pc's)  wordt  weergegeven .  U  kunt  een 
computer  selecteren  op  basis  van  het  MAC-  of  IP-adres .  U 
kunt  ook  een  reeks  IP-adressen  invoeren  als  u  dit  beleid 
wilt  toepassen  op  een  groep  computers .  Klik  nadat  u  de 
wijzigingen  hebt  ingevoerd,  op  Save Settings  (Instellingen 
opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel 
Changes  (Wijzigingen  annuleren)  als  u  de  wijzigingen  wilt 
wissen . Klik vervolgens op Close (Sluiten) . 
List of PCs (Overzicht van pc’s)
5 .  Selecteer  Deny  (Weigeren)  of  Allow  (Toestaan)  en  bepaal 
zo of u internettoegang wilt toestaan of blokkeren voor de 
computers die u hebt geselecteerd in het scherm List of PCs 
(Overzicht van pc's) .
6 .  Bepaal  op  welke  dagen  en  tijdstippen  dit  beleid  van 
toepassing  is .  Selecteer  de  gewenste  dagen  waarop  het 
beleid van kracht moet zijn of selecteer Everyday (Dagelijks) . 
Geef vervolgens een tijdsduur in uren en minuten op waarin 
het beleid van kracht zal zijn of selecteer 24 uur .
7 .  U  kunt  websites  met  specifieke  URL-adressen  blokkeren . 
Typ elke URL in een apart veld naast Website Blocking by URL 
Address
 (Websiteblokkering op URL)
 .
8 .  Ook  kunt  u  websites  blokkeren  met  behulp  van  bepaalde 
trefwoorden .  Typ  elk  trefwoord  in  een  apart  veld  naast 
Website  Blocking  by  Keyword  (Websiteblokkering  op 
trefwoord) . 
9 .  U kunt de toegang tot verschillende services die via internet 
toegankelijk  zijn,  zoals  FTP  of  Telnet,  filteren .  (U  kunt 
per  beleid  niet  meer  dan  drie  toepassingen  blokkeren .) 
 
Selecteer in de lijst met toepassingen de toepassing die u wilt 
blokkeren . Klik vervolgens op >> om de toepassing naar de 
lijst met geblokkeerde toepassingen te verplaatsen . U kunt 
een toepassing uit de lijst met geblokkeerde toepassingen 
verwijderen  door  de  toepassing  te  selecteren  en  op  <<  te 
klikken .
10 .  Als  de  toepassing  die  u  wilt  blokkeren,  niet  wordt 
weergegeven  of  als  u  de  instellingen  van  een  bepaalde 
service wilt bewerken, geeft u de naam van de toepassing 
op in het veld Application Name (Naam toepassing) . Geef het 
bereik op in de velden Port Range (Poortbereik) . Selecteer 
het  protocol  in  het  vervolgkeuzemenu  Protocol .  Klik 
vervolgens op Add (Toevoegen) .
Als u een service wilt wijzigen, selecteert u deze in de lijst 
met  toepassingen .  Wijzig  de  naam,  het  poortbereik  en/of 
het protocol . Klik vervolgens op Modify (Wijzigen) .
Als u een service wilt verwijderen, selecteert u deze in de lijst 
met toepassingen . Klik vervolgens op Delete (Verwijderen) .
11 .  Klik  op  Save  Settings  (Instellingen  opslaan)  als  u  de 
instellingen  voor  de  beleidsregel  wilt  opslaan  of  klik 
op  Cancel  Changes  (Wijzigingen  annuleren)  als  u  de 
wijzigingen wilt wissen .
Applications and Gaming (Toepassingen 
en games) > Single Port Forwarding 
(Doorsturen één poort)
U kunt het scherm Single Port Forwarding (Doorsturen één poort) 
gebruiken om poortservices voor veelgebruikte toepassingen aan 
te passen .
Als gebruikers dergelijke verzoeken via internet naar uw netwerk 
verzenden,  stuurt  de  router  de  verzoeken  door  naar  de  goede 
servers  (computers) . Voordat  u  laat  doorsturen,  moet  u  vaste  IP-
adressen  toewijzen  aan  de  gebruikte  servers .  U  kunt  dit  doen 
met  de  optie  voor  DHCP-reservering  in  het  scherm  Basic  Setup 
(Basisinstellingen) . Zie “DHCP-reservering” op pagina 6 .
Applications and Gaming (Toepassingen en games) > Single Port 
Forwarding (Doorsturen één poort)
Doorsturen één poort
Veelgebruikte toepassingen zijn als de eerste vijf items geplaatst . 
Application Name 
(Naam toepassing)  Selecteer de gewenste 
toepassing .
To  IP  Address 
(Naar  IP-adres)  Geef  het  IP-adres  op  van  de 
server die deze verzoeken moet ontvangen . 
Enabled 
(Ingeschakeld)  Selecteer  Enabled  (Ingeschakeld) 
voor  elke  toepassing  waarvoor  u  het  doorsturen  van  poorten 
wilt activeren .
Vul voor verdere toepassingen de volgende velden in:
Application Name 
(Naam toepassing)  Voer de naam in die u 
aan de toepassing wilt geven . De namen mogen niet langer zijn 
dan 12 tekens .